ECLI:NL:RBROT:2018:9168

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 november 2018
Publicatiedatum
9 november 2018
Zaaknummer
10/711048-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot woninginbraak in vereniging gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 november 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot woninginbraak in vereniging. De verdachte heeft op 24 juni 2017 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, samen met anderen geprobeerd om een keukenraam van een woning open te breken, met de intentie om goederen te stelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd heeft geprobeerd toegang te verschaffen tot de woning door middel van braak, maar dat het misdrijf niet is voltooid. De officier van justitie had vrijspraak geëist voor een ander feit, maar de rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van dat feit en bewezen verklaard dat hij het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 105 dagen, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook de gevoelens van onveiligheid die woninginbraken met zich meebrengen, in overweging genomen. De benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte van het tweede feit werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de kosten van de benadeelde partij op nihil vastgesteld.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht heeft toegepast. De zaak is behandeld in tegenspraak, waarbij de verdachte niet aanwezig was na aanhouding.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/711048-17
Datum uitspraak: 1 november 2018
Tegenspraak, na aanhouding niet verschenen
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Onderzoek op de terechtzittingen

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 6 oktober 2017 en 18 oktober 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. C.W.A.M. Nij Bijvank, heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit;
  • bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering feit 2
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring feit 1
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 24 juni 2017 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres delict 1] weg te nemen geld en/of een of meer goederen van zijn, verdachtes, en/of zijn mededaders gading geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, met een of meer schroevendraaiers en/of een breekijzer,
heeft getracht om een (keuken)raam van voornoemde woning open te breken, althans te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
poging tot diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met anderen midden in de nacht schuldig gemaakt aan een poging tot woninginbraak door te proberen een keukenraam te forceren.
Woninginbraken zorgen voor gevoelens van onveiligheid, zowel bij het slachtoffer en bij de buurtbewoners als bij de samenleving in het algemeen, nu de woning bij uitstek de plaats is waar men zich veilig moet kunnen voelen. Dit geldt ook voor de gevallen waarin de daders niet daadwerkelijk de woning in zijn geweest.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een blanco uittreksel uit de justitiële documentatie van
3 oktober 2018.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 760,00 aan materiële schade.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte wordt vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde feit.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 105 (honderdvijf) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde]
niet-ontvankelijkin de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.L. Spierings, voorzitter,
en mrs. A.M. van der Leeden en W.J. Loorbach, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 24 juni 2017 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, (gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning/pand, gelegen aan de [adres delict 1] weg te nemen geld en/of een of meer goederen van zijn, verdachtes, en/of zijn mededaders gading geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer schroevendraaiers en/of een breekijzer, althans een of meer breekvoorwerpen,
heeft getracht om een (keuken)raam van voornoemde woning open te breken,
althans te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 17 maart 2017 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, in of uit een woning, gelegen aan [adres delict 2] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld (ongeveer 700 euro) en/of een horloge en/of een Playstation 4 met spellen en/of een Samsung tablet en/of een sporttas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn / hun bereik had(den) gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, namelijk door via een (openstaand) raam op de eerste etage die woning naar binnen te klimmen.