ECLI:NL:RBROT:2018:9166

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2018
Publicatiedatum
9 november 2018
Zaaknummer
10/700365-17 + 10/661064-18 (ttz gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van het voorhanden hebben van harddrugs en het beledigen van een politieambtenaar met veroordeling tot gevangenisstraf

Op 18 oktober 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van harddrugs en het beledigen van een politieambtenaar. De verdachte had op 26 juli 2017 in Rotterdam opzettelijk 10,8 gram MDMA, 119,4 gram GHB en 0,6 gram cocaïne in zijn bezit. Daarnaast had hij op 18 september 2018 een politieambtenaar beledigd door hem te beschimpen met kwetsende woorden. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlasteleggingen en een gevangenisstraf van 58 dagen, met een taakstraf van 30 uur. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de feiten had bekend en dat er geen vrijspraak was bepleit. De rechtbank vond de bewezen feiten strafbaar en legde een gevangenisstraf van 58 dagen op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, de impact van drugs op de volksgezondheid en het belang van respect voor politieambtenaren in hun functie. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was mr. L. Lobs-Tanzarella.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/700365-17 + 10/661064-18 (ttz gevoegd)
Datum uitspraak: 18 oktober 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. H.J. Andel, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 oktober 2018.

2.Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De teksten van de tenlasteleggingen zijn als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. C.W.A.M. Nij Bijvank, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde in beide strafzaken;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 58 dagen met aftrek van voorarrest en een taakstraf voor de duur van 30 uur.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde in beide strafzaken is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde in beide strafzaken heeft begaan op die wijze dat:
parketnummer 10/700365-17
hij op 26 juli 2017 te Rotterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad (totaal) 10,8 gram van een materiaal bevattende MDMA, en119,4 gram van een materiaal bevattende GHB en 0,6 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde MDMA en GHB en cocaïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
parketnummer 10/661064-18
hij op 18 september 2018 te Rotterdam opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam ambtenaar] , hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Kankermongool".

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
parketnummer 10/700365-17
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 10/661064-18
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft een hoeveelheid MDMA, GHB en cocaïne voorhanden gehad. Het is algemeen bekend dat het gebruik van verdovende middelen gevaar oplevert voor de volksgezondheid en ook dat dit direct en indirect een oorzaak is van vele vormen van criminaliteit. Door zijn handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van de hieraan verwante maatschappelijke problemen.
Hiernaast heeft de verdachte een politieambtenaar beledigd. Beledigingen van ambtenaren in de uitoefening van hun functie worden niet getolereerd. Deze professionals doen hun werk in het belang van de maatschappij en moeten dit kunnen doen zonder dat zij op een hinderlijke en respectloze manier worden behandeld.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
3 oktober 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor het beledigen van politieambtenaren.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
24 oktober 2017. Dit rapport houdt onder andere in dat de verdachte hulp ontvangt vanuit de Nico Adriaans Stichting en onder bewind staat.
Psycholoog R. Zwaan heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
6 september 2017. Dit rapport houdt onder andere het volgende in. In 2007 is bij de verdachte een stoornis in de zin van narcistische en antisociale trekken in de persoonlijkheid vastgesteld maar hier werd niet bij vermeld door wie deze diagnose is gesteld. Hiernaast zou sprake zijn van een gebrekkige ontwikkeling in die zin dat verdachte op een lager cognitief niveau functioneert.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Anders dan door de officier van justitie is gevorderd, ziet de rechtbank geen aanleiding om een straf op te leggen die de reeds in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd overtreft.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten in beide strafzaken, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 58 (achtenvijftig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.L. Spierings, voorzitter,
en mrs. A.M. van der Leeden en W.J. Loorbach, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
parketnummer 10/700365-17
hij op of omstreeks 26 juli 2017 te Rotterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad (totaal) ongeveer 10,8 gram, in elk geval één of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, en/of ongeveer 119,4 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB, en/of ongeveer 0,6 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde MDMA en/of GHB en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
parketnummer 10/661064-18
hij op of omstreeks 18 september 2018 te Rotterdam opzettelijk, een ambtenaar, te weten [naam ambtenaar] , hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Kankermongool", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.