Op 18 oktober 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van harddrugs en het beledigen van een politieambtenaar. De verdachte had op 26 juli 2017 in Rotterdam opzettelijk 10,8 gram MDMA, 119,4 gram GHB en 0,6 gram cocaïne in zijn bezit. Daarnaast had hij op 18 september 2018 een politieambtenaar beledigd door hem te beschimpen met kwetsende woorden. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlasteleggingen en een gevangenisstraf van 58 dagen, met een taakstraf van 30 uur. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de feiten had bekend en dat er geen vrijspraak was bepleit. De rechtbank vond de bewezen feiten strafbaar en legde een gevangenisstraf van 58 dagen op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, de impact van drugs op de volksgezondheid en het belang van respect voor politieambtenaren in hun functie. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was mr. L. Lobs-Tanzarella.