Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
mevrouw [naam 2] ( [naam functie 2] ) verschenen, bijgestaan door de gemachtigden.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 1 november 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en een gedaagde, waarbij de eiseres een loonvordering heeft ingediend. De eiseres, werkzaam bij de gedaagde als [naam functie 3], heeft zich ziekgemeld en betwist dat zij haar arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. De gedaagde, een logistieke dienstverlener, stelt dat de arbeidsovereenkomst door de eiseres is beëindigd en heeft de loonvordering betwist. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat, en dat de eiseres geen recht heeft op het gevorderde loon. De vordering van de eiseres is afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijkheid over de beëindiging van een arbeidsovereenkomst en de gevolgen daarvan voor loonvorderingen.