4.6.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/081813-16 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/145819-16 primair ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/081813-16:
1.
hij op 16 april 2016 te Schiedam [naam slachtoffer] heeft mishandeld door
haareenmaal (met kracht)
in het gezicht te slaan;
2.
hij op 16 april 2016 te Schiedam [naam slachtoffer] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd:
- " Je bent er geweest" en
- " Ik ga je vermoorden" en
- " Ik ga jou en je familie dood maken" en
- " Ik ga mensen regelen die je gaan verkrachten en vermoorden" en
- " Ik ga je afmaken. Je bent van mij";
3.
hij op 16 april 2016 te Schiedam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen
- een telefoon (merk/type: Samsung Galaxy S4) en- een laptop (merk/type: Toshiba),
toebehorende aan een ander dan aan verdachte;
4.
hij op of omstreeks 16 april 2016 te Rotterdam
opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 42,3 gram van een materiaal
bevattende cocaïne ((-)-3-beta-benzoyloxytropaan-2-beta-carbonzure
methylester),
zijnde cocaïne ((-)-3-beta-benzoyloxytropaan-2-beta-carbonzure
methylester),
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij in de periode van 17 juni 2016 tot en met 22 juni 2016 te Schiedam en/of Rotterdam,
opzettelijk, door middel van het openlijk op Facebook en
WhatsApptentoonstellen van geschriften, de eer en/of de goede
naam van [naam slachtoffer] heeft aangerand door tenlastlegging van een of meer
bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te
geven, immers heeft verdachte telkens met voormeld doel via Facebook
en Whatsapp een pagina of bericht of een (profiel) status
aangemaakt of tentoongesteld met daarop onder
meer de teksten:
- ' hoeren tegenwordig gaan niet meer naar dansie om dat ze daar geen
aandacht meer krijgen dan maar de hoer uithangen in de man dier samen
met je ma. vrijdag mannen aftrekken op werk bios maandag heilig poohja
doen. of niet ( [naam slachtoffer] )' en;
- ' [naam slachtoffer] aftrekhoer pathe' en;
- ' [naam slachtoffer] weekend een hoer uit hangen maandag phooja huigelaar' en;
- ' [naam slachtoffer] alleen op je geld uit mannen' en;
- ' [naam slachtoffer] aftrekhoer gemeente schiedam';
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.