Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking geschillenregeling
in de zaak van
[naam moeder] ,
[naam minderjarige 1] ,
[naam minderjarige 2] ,
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
Het procesverloop
17 oktober 2018;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 30 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de moeder en de gecertificeerde instelling (GI) Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De moeder verzocht om te bepalen dat de GI zicht krijgt op de thuissituatie bij de vader van haar kinderen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2], om te beoordelen welke hulpverlening de vader nodig heeft. De moeder uitte ernstige zorgen over de veiligheid van de kinderen bij de vader, die volgens haar snel boos kan worden en mogelijk emotionele of fysieke mishandeling kan veroorzaken. De GI daarentegen stelde dat de vader positieve vorderingen had gemaakt en dat er geen zorgsignalen waren die een nader onderzoek naar de vader rechtvaardigden.
De kinderrechter oordeelde dat de verzoeken van de moeder onvoldoende waren onderbouwd. De kinderrechter wees erop dat de ondertoezichtstelling al voldoende waarborg biedt voor de veiligheid van de kinderen. De moeder had niet kunnen aantonen dat er concrete zorgen waren die een verdergaand onderzoek naar de vader noodzakelijk maakten. De kinderrechter concludeerde dat de moeder niet in staat was om haar eigen rol in het conflict met de vader te erkennen en dat haar verzoeken om meer zicht op de vader niet konden worden toegewezen. De kinderrechter wees de verzoeken van de moeder af, met de overweging dat de huidige maatregelen voldoende zijn om de veiligheid van de kinderen te waarborgen.