ECLI:NL:RBROT:2018:853

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 februari 2018
Publicatiedatum
8 februari 2018
Zaaknummer
10/690400-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens poging tot diefstal met geweld

Op 2 februari 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, vertegenwoordigd door raadsman mr. J. van Wijk. De zaak betreft een tenlastelegging van poging tot diefstal met geweld, gepleegd op of omstreeks 9 november 2015 te Rotterdam. De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, heeft vrijspraak gevorderd van het ten laste gelegde feit. Tijdens de zitting op 19 januari 2018 is het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank heeft, na waardering van het bewijs, geconcludeerd dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank heeft de verdachte dan ook vrijgesproken van de beschuldigingen. De beslissing is genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat de uitvoering van het voornemen om een (wit gouden) ketting en/of kruis weg te nemen niet is voltooid. Het vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting, waarbij de griffier mr. L. Lobs-Tanzarella aanwezig was.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/690400-16
Datum uitspraak: 2 februari 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] c.a. op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J. van Wijk, advocaat te Helmond.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 januari 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, heeft vrijspraak gevorderd van het ten laste gelegde feit.

4.Waardering van het bewijs

Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.H.J. Stemker Köster, voorzitter,
en mrs. C. Laukens en A.A.T. Werner, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 09 november 2015 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het voornemen om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een (wit gouden) ketting en/of een (wit gouden) kruis, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 1] en/of die [naam slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 1] heeft getoond en/of
- ( vervolgens) de slede van dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp naar achteren heeft getrokken en/of
- dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de borst van die [naam slachtoffer 2] heeft gericht,
terwijl de uitvoering van dat voornemen niet is voltooid.