Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde;
- primair: veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest;
- subsidiair: veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan een deel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering is geadviseerd en de dadelijke uitvoerbaarheid van deze bijzondere voorwaarden;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10-207042-17.
4.Waardering van het bewijs
envergezeld van geweld tegen die [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
engemakkelijk te maken, welk geweld bestond uit het met kracht
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen
[naam benadeelde 1]zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 219,82 aan materiële schade en een vergoeding van € 1.000,- aan immateriële schade.
[naam benadeelde 2]zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 300,- aan materiële schade en een vergoeding van € 300,- aan immateriële schade.
[naam benadeelde 1]een schadevergoeding betalen van
[naam benadeelde 2]een schadevergoeding betalen van
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
[naam benadeelde 1], te betalen een bedrag van
[naam benadeelde 1]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]te betalen
zegge: duizend tweehonderdnegentien euro en tweeëntachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.219,82 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
22 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 2], te betalen een bedrag van
€ 600,- (zegge: zeshonderd euro)bestaande uit € 300,- aan materiële schade en € 300,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
[naam benadeelde 2]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 2]te betalen
€ 600,-(hoofdsom,
zegge: zeshonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
12 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot
20 uur, van de bij vonnis van 11 januari 2016 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde werkstraf.