Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
35386
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Maasdelta Groep (hierna: Maasdelta) en de Organisatie voor Bewind & Insolventie Nederland B.V. (hierna: Obin q.q.). Maasdelta vorderde ontruiming van een huurwoning die door [rechthebbende] werd gehuurd, op grond van de sluiting van de woning door de burgemeester vanwege de aanwezigheid van drugs en vuurwerk. De huurovereenkomst was buitengerechtelijk ontbonden door Maasdelta op basis van artikel 7:231 lid 2 BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Maasdelta een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, omdat de woning gesloten is en er een risico is voor de leefbaarheid in de omgeving. De kantonrechter oordeelde dat de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst aannemelijk is en dat het gebruik van dit recht door Maasdelta niet onaanvaardbaar is. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met de bepaling dat de ontruimingstermijn twee weken bedraagt na opheffing van de sluiting door de burgemeester. Obin q.q. werd veroordeeld in de proceskosten.