ECLI:NL:RBROT:2018:8334
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor beheerde parkeerplaats voor vrachtwagens met gevaarlijke stoffen en bluswatercapaciteitseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning die is verleend voor de oprichting van een beheerde parkeerplaats voor vrachtwagens met gevaarlijke stoffen, specifiek ADR-geclassificeerde stoffen. Eisers, Havenbedrijf Rotterdam N.V. en Truckparkings Rotterdam Exploitatie B.V., hebben beroep ingesteld tegen het voorschrift 1.6.5. van de omgevingsvergunning, dat vereist dat de bluswatercapaciteit op iedere plaats binnen de inrichting 180 m³ per uur moet zijn. Eisers betogen dat een primaire bluswatercapaciteit van 90 m³ per uur voldoende is en dat het voorschrift onnodig bezwarend is.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) als deskundige kan worden aangemerkt en dat de adviezen van de VRR voldoende onderbouwd zijn. De rechtbank oordeelt dat de eisers niet hebben aangetoond dat het voorschrift niet nodig is voor de bescherming van het milieu en dat de vereiste bluswatercapaciteit van 180 m³ per uur gerechtvaardigd is. De rechtbank wijst erop dat bij een plasbrand bij een ADR-vrachtwagen aanstraling naar naastgelegen voertuigen mogelijk is, waardoor een adequate bluswatercapaciteit noodzakelijk is om escalatie te voorkomen.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat verweerder de adviezen van de VRR aan het bestreden besluit ten grondslag heeft mogen leggen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 oktober 2018.