ECLI:NL:RBROT:2018:8304

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2018
Publicatiedatum
8 oktober 2018
Zaaknummer
10/700166-18, 10/740451-15 TUL
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor vrijheidsberoving en afpersing met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met medeverdachten de aangever naar een woning heeft gelokt en daar met geweld van zijn vrijheid heeft beroofd en afgeperst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 april 2018 de aangever, die ontkleed en met vastgebonden handen en voeten op een balkon werd aangetroffen, heeft gedwongen om zijn vrouw te laten weten dat zij een geldbedrag moest brengen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachte als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die vrijspraak bepleitte op basis van tegenstrijdigheden in haar verklaringen. De rechtbank heeft de feiten als wettig en overtuigend bewezen verklaard, waarbij de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd zwaar hebben meegewogen in de strafmaat. De verdachte had eerder strafbare feiten gepleegd, wat ook is meegenomen in de beoordeling van de straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/700166-18
Parketnummer vordering TUL VV: 10/740451-15
Datum uitspraak: 4 oktober 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
verblijvende [verblijfadres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht,
raadsman mr. O.E. de Jong, advocaat te Utrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 september 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A. de Beer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek van voorarrest;
  • tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel van 3 maanden gevangenisstraf in de zaak met parketnummer 10/740451-15.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. De verdachte heeft de feiten ontkend. Er is ook niets dat hem daaraan linkt. Het bewijs is indirect, niet redengevend en enkel gebaseerd op een paar onbewezen veronderstellingen. De verklaringen van medeverdachte [naam medeverdachte 1] zitten vol met tegenstrijdigheden. Daarnaast heeft zij mogelijk uit wraak gehandeld, omdat zij eerder door de verdachte, in wiens restaurant zij heeft gewerkt, was ontslagen. Deze verklaringen zijn dan ook onbetrouwbaar.
Beoordeling
Uit het dossier wordt het volgende opgemaakt. Op 15 april 2018 omstreeks 05:10 uur is er bij de politie een melding binnengekomen dat een man, geheel ontkleed en met vastgebonden handen en voeten, op het balkon stond van het [adres delict 1] te Rotterdam. Deze man bleek de aangever [naam slachtoffer] te zijn. Hij was naar de woning gegaan om een meisje (medeverdachte [naam medeverdachte 1] ) te ontmoeten. Nadat [naam medeverdachte 1] enige seksuele handelingen bij [naam slachtoffer] had verricht, is hij overmeesterd door een aantal mannen. Hij is vervolgens vastgebonden met tie-wraps, er is een laken over zijn hoofd getrokken en hij is geslagen en bedreigd. [naam slachtoffer] moest zijn vrouw telefonisch laten weten dat zij een geldbedrag moest brengen naar de [adres delict 2] in Rotterdam, waarna hij vrijgelaten zou worden. De vrouw van [naam slachtoffer] heeft hier gehoor aan gegeven en daarna de politie gebeld.
[naam medeverdachte 1] heeft op meerdere momenten verklaringen afgelegd waarin zij consistent en gedetailleerd heeft verklaard over de plannen die gemaakt zijn voor de vrijheidsberoving en de afpersing van [naam slachtoffer] en de betrokkenheid van de verdachte daarbij. De rechtbank verwerpt het verweer dat die verklaringen onbetrouwbaar zouden zijn. Al aangenomen dat [naam medeverdachte 1] uit wraak zou hebben gehandeld, maakt dat nog niet dat de door haar afgelegde verklaringen onbetrouwbaar zijn. Bovendien worden deze verklaringen ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier, te weten de aangifte, de verklaring van de vrouw van [naam slachtoffer] en de processen-verbaal van bevindingen over onder andere de in de woning aangetroffen situatie. De rechtbank zal de verklaringen van [naam medeverdachte 1] dan ook gebruiken voor het bewijs.
Alles overwegende acht de rechtbank de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van
14 april 2018tot en met 15 april 2018 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [naam slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
  • die [naam slachtoffer] naar een woning (aan de [adres delict 1] ) te lokken met de belofte om sex met een medeverdachte te hebben en
  • die [naam slachtoffer] (in die woning) te slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of te schoppen in het gezicht en/of tegen het lichaam en
  • die [naam slachtoffer] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp te tonen en
  • die [naam slachtoffer] daarbij toe te voegen dat hij moest meewerken, anders zou hij de kogel krijgen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en
  • die [naam slachtoffer] met tiewraps vast te binden en
  • een laken over het hoofd van die [naam slachtoffer] te trekken en
  • die [naam slachtoffer] te dwingen een bericht naar zijn vrouw te sturen dat zij een geldbedrag moest komen brengen;
2.
hij in de periode van 14 april 2018 tot en met 15 april 2018 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het doen afgeven van
een geldbedrag, geheel of ten dele
toebehorende aan die [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededaders, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestondenuit
het
  • die [naam slachtoffer] naar een woning (aan de [adres delict 1] ) lokken met de belofte om sex met een medeverdachte te hebben en
  • die [naam slachtoffer] (in die woning) slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen in het gezicht en/of tegen het lichaam en
  • die [naam slachtoffer] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp tonen en
  • die [naam slachtoffer] daarbij toevoegen dat hij moest meewerken, anders zou hij de kogel krijgen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en
  • die [naam slachtoffer] met tiewraps vastbinden en
  • een laken over het hoofd van die [naam slachtoffer] trekken en
  • die [naam slachtoffer] dwingen een bericht naar zijn vrouw te sturen dat zij een geldbedrag moest komen brengen.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen zijn verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 1
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven/beroofd houden;
feit 2
medeplegen van afpersing.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een ernstig strafbaar feit door de aangever via een minderjarig meisje naar een woning te lokken en hem daar van zijn vrijheid te beroven en gedurende een zekere tijd van zijn vrijheid beroofd te houden. De ernst van de feiten wordt versterkt door de omstandigheden dat de verdachte dit samen met zijn mededaders heeft gedaan en dat hierbij is bedreigd en geweld is gebruikt. De verdachte heeft daarnaast samen met zijn mededaders de aangever door geweld en bedreiging met geweld gedwongen zijn vrouw een geldbedrag te laten betalen. Met zijn gedrag heeft de verdachte laten zien geen enkel respect te hebben voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van de aangever en zijn vrouw. Dit alles wordt de verdachte stevig aangerekend.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 september 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor uiteenlopende strafbare feiten.
Rapportage
Leger des Heils, afdeling Jeugdbescherming & Reclassering, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 17 september 2018. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering tenuitvoerlegging

8.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 30 september 2016 van de meervoudige kamer van deze rechtbank is de verdachte ter zake van het handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan een gedeelte groot 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 8 april 2017.
8.2.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd. Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke straf.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47, 57, 282 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast de
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 3 maanden, van de bij vonnis van 30 september 2016 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. K.A. Baggerman, voorzitter,
en mrs. V.F. Milders en M. Smit, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A. van den Bosch, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2018 tot en met 15 april 2018 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [naam slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door
  • afspraken te maken over het verleiden van die [naam slachtoffer] door een minderjarige medeverdachte om in een woning sex met die minderjarige medeverdachte te hebben en/of over het (vervolgens) betrappen van die [naam slachtoffer] en/of afpakken/beroven van die [naam slachtoffer] van 50.000 euro en/of
  • die [naam slachtoffer] naar een woning (aan de [adres delict 1] ) te lokken met de belofte om sex met een medeverdachte te hebben en/of
  • in die woning sex in enigerlei vorm met die [naam slachtoffer] te hebben en/of
  • die [naam slachtoffer] (in die woning) te slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of te schoppen in het gezicht en/of tegen het lichaam en/of
  • die [naam slachtoffer] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp te tonen en/of
  • een/dat (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de rug/zij van die [naam slachtoffer] te drukken en/of
  • die [naam slachtoffer] daarbij toe te voegen dat hij moest meewerken, anders zou hij de kogel krijgen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en/of
  • die [naam slachtoffer] met tiewraps vast te binden en/of
  • een laken over het hoofd van die [naam slachtoffer] te trekken en/of
  • die [naam slachtoffer] te dwingen een bericht naar zijn vrouw te sturen dat zij een geldbedrag van 30.000 euro, althans 11.000 euro moest komen brengen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 14 april 2018 tot en met 15 april 2018 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 5.000 (vijfduizend) euro, althans
het doen afgeven van 5.000 (vijfduizend) euro, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam slachtoffer]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
  • afspraken maken over het gijzelen/van de vrijheid beroven van die [naam slachtoffer] en/of het vragen van een losgeld voor diens vrijlating en/of
  • die [naam slachtoffer] naar een woning (aan de [adres delict 1] ) lokken met de belofte om sex met een medeverdachte te hebben en/of
  • die [naam slachtoffer] (in die woning) slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen in het gezicht en/of tegen het lichaam en/of
  • die [naam slachtoffer] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp tonen en/of
  • een/dat (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de rug/zij van die [naam slachtoffer] drukken en/of
  • die [naam slachtoffer] daarbij toevoegen dat hij moest meewerken, anders zou hij de kogel krijgen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en/of
  • die [naam slachtoffer] met tiewraps vastbinden en/of
  • een laken over het hoofd van die [naam slachtoffer] trekken en/of
  • die [naam slachtoffer] dwingen een bericht naar zijn vrouw te sturen dat zij een geldbedrag van 30.000 euro, althans 11.000 euro moest komen brengen;
Subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
hij op of omstreeks 15 april 2018 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
B.A. [naam slachtoffer] door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of
enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander wederrechtelijk heeft gedwongen iets te
doen, niet te doen en/of te dulden, te weten een geldbedrag van 5.000 [vijfduizend] euro te
[doen] overhandigen aan [naam medeverdachte 2] , althans aan een manspersoon, in een witte VW
Polo op [adres delict 2]
door
  • die [naam slachtoffer] (in die woning) te slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of te schoppen in het gezicht en/of tegen het lichaam en/of
  • die [naam slachtoffer] een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp te tonen en/of
  • een/dat (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) in de rug/zij van die [naam slachtoffer] te drukken en/of
  • die [naam slachtoffer] daarbij toe te voegen dat hij moest meewerken, anders zou hij de kogel krijgen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en/of
  • die [naam slachtoffer] met tiewraps vast te binden en/of
  • een laken over het hoofd van die [naam slachtoffer] te trekken en/of
die [naam slachtoffer] te dwingen een bericht naar zijn vrouw te sturen dat zij een geldbedrag van 30.000 euro, althans 11.000 euro moest komen brengen.