Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
3. [gedaagde 3],
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 14 december 2017;
- de conclusie van antwoord [gedaagde 1];
- de conclusie van antwoord van de Stichting en [gedaagde 3];
- het vonnis van 8 maart 2018 waarbij een comparitie is bepaald;
- de brief van de gemachtigde van [gedaagde 1] van 8 mei 2017 met producties;
- het proces-verbaal van comparitie van 14 mei 2018;
- de brief van de gemachtigde van [gedaagde 1] van 14 juni 2018 die aan voornoemd proces-verbaal is gehecht;
- de brief van de gemachtigde van Zuidgeest van 15 juni 2018 die aan voornoemd proces-verbaal is gehecht;
2.De vaststaande feiten
U kunt ook Uw geld individueel terugvorderen bij Notariskantoor Zuidgeest te Delft zo U de ontwikkelingen niet wilt afwachten.”
Partijen hebben na uitvoering van deze regeling niets meer van elkaar te vorderen en zullen elkaar ter zake over en weer finale kwijting verlenen. Deze finale kwijting ziet mede op eventuele vorderingen van de betreffende recreanten/belanghebbenden op notariskantoor Zuijdgeest.”
Naar aanleiding van onze vordering bij notaris Zuijdgeest betreffende het zekerheidsplan camping [plaatsnaam] kregen wij vandaag bericht dat alles al is afgehandeld. Bij de rechtbank in Den Haag is een schikking getroffen waarmee het de recreanten onmogelijk is geworden om de gedane inleg bij genoemd notariskantoor terug te vorderen.(…)”
3.De vordering
4.Het verweer
slip of the pen’ zoals Zuidgeest duidelijk moet zijn geweest. Bepalend is wat er daadwerkelijk is afgesproken.