3.1.Gastek vordert – samengevat – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Nazka te veroordelen tot betaling van:
a. € 10.000,- ten titel van volstorting van 100 aandelen Gastek, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
b. € 3.379,82 ten titel van schadevergoeding leaseauto, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
c. € 68.240,59 ten titel van terugbetaling uitbetaalde managementfacturen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
2. Jostip te veroordelen tot betaling van:
a. € 10.000,- ten titel van volstorting van 100 aandelen Gastek, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
b. € 1.319,89 ten titel van schadevergoeding leaseauto, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
c. € 35.739,60 ten titel van terugbetaling uitbetaalde managementfacturen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
d. € 41.021,08 ten titel van schadevergoeding voor ontvreemde gereedschappen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
e. € 8.990,21 ten titel van schadevergoeding voor persoonlijk bestelde materialen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
f. € 579,70 ten titel van schadevergoeding voor verkeersovertredingen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
3. Gastek toe te staan gemachtigd te zijn om namens Jostip zelf datgene te bewerkstelligen teneinde de notaris opdracht te kunnen geven als zijnde Jostip om over te gaan tot uitbetaling van het depotbedrag ad € 40.498,08 aan Gastek;
4. vonnis te wijzen waarin het vonnis in de plaats zal treden van de toestemming/instructie van Jostip aan de notaris om de gelden in depot ad € 40.498,08 direct (onvoorwaardelijk) uit te keren aan Gastek;
5. Zowel Nazka als Jostip hoofdelijk te veroordelen tot hetgeen is opgenomen in het petitum van de dagvaarding in het vorige kort geding op pagina 39/40 onder nummer V, onder exact dezelfde condities (de voorzieningenrechter begrijpt: het gebod tot verstrekking van alle foto’s die in de periode van januari 2017 tot en met juni 2017 zijn gemaakt in verband met het project “Nieuwe Westen”);
6. Zowel Nazka als Jostip hoofdelijk te veroordelen tot hetgeen is opgenomen in het petitum van de dagvaarding in het vorige kort geding op pagina 40 onder nummer VI, onder exact dezelfde condities (de voorzieningenrechter begrijpt: het gebod tot het afleggen van rekening en verantwoording over – kort gezegd – de uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot het project “Nieuwe Westen”);
7. Zowel Nazka als Jostip hoofdelijk te gebieden de concurrerende activiteiten middels Joka Holland B.V. per direct te doen staken, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
8. Zowel Nazka als Jostip hoofdelijk te gebieden de concurrerende activiteiten via Joka Holland B.V. te overleggen middels afgifte van de boekhouding en de jaarrekening over het boekjaar 2017 en de tussentijdse balans 2018, met overlegging van een lijst waarop zijn vermeld de uitgevoerde werkzaamheden per locatie en de opdrachtgevers, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
een en ander met veroordeling van Nazka en Jostip in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.