Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, binnengekomen ter griffie op 11 juli 2018, met bijlagen;
- het verweerschrift, binnengekomen ter griffie op 20 augustus 2018, met bijlagen;
- het faxbericht van 21 augustus 2018 van Yulius Onderwijs, met één productie;
- de brief van 22 augustus 2018 van Yulius Onderwijs, met producties;
- het faxbericht van 28 augustus 2018 van [verweerder], met één productie;
- de pleitnotities van Yulius Onderwijs;
2.De feiten
3.Het verzoek van Yulius Onderwijs en de grondslag daarvan
[verweerder] als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onder e van het Burgerlijk Wetboek,
ligt herplaatsing van [verweerder] reeds op grond van artikel 7:669 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek niet in de rede. Ook indien de kantonrechter zou oordelen dat van zodanig verwijtbaar handelen geen sprake is, bestaan geen mogelijkheden om [verweerder] binnen de organisatie van Yulius Onderwijs te herplaatsen. Herplaatsing ligt ook niet in de rede nu Yulius Onderwijs geen enkel vertrouwen meer heeft in [verweerder].
4.Het verweer en het (voorwaardelijk) tegenverzoek
g-grond. Yulius Onderwijs heeft er tot op heden niets aan gedaan om een mogelijke breuk in het vertrouwen al dan niet met behulp van professionele begeleiding te herstellen. [verweerder] heeft vernomen dat mevrouw [B.] vanaf
1 september 2018 niet meer werkzaam zal zijn bij Yulius Onderwijs en als er al een verstoorde relatie zou zijn, dan zou het met haar zijn geweest, waardoor ook die grond niet meer aan de orde is.
5.De beoordeling
ernstigverwijtbaar handelen kan pas worden gesproken indien ook zou komen vast te staan dat door toedoen van [verweerder] een crisis op de locatie “[naam locatie]” is ontstaan.
6.De beslissing
woensdag 10 oktober 2018 te 12.00 uurin de gelegenheid het ontbindingsverzoek door middel van een aan de griffie gericht schrijven (met afschrift aan de gemachtigde van [verweerder]) in te trekken, waarbij bepalend zal zijn het moment van ontvangst van dat schrijven ter griffie;