In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 28 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Frame Woningen I B.V. en een huurder. De huurder had een huurachterstand opgebouwd van € 2.662,88, ondanks eerdere veroordelingen tot betaling van achterstallige huur. Frame vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van herhaalde wanprestatie door de huurder, die niet tijdig de huur had betaald. De huurder erkende de huurachterstand, maar betwistte de hoogte ervan en stelde dat hij recentelijk betalingen had gedaan. De kantonrechter oordeelde echter dat de huurder niet had aangetoond dat deze betalingen correct waren toegewezen aan de juiste huurachterstand. Gezien de substantiële resterende huurachterstand en de eerdere veroordelingen, oordeelde de kantonrechter dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De vordering van Frame werd toegewezen, en de huurder werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, de verhoogde huurprijs vanaf september 2018, en de proceskosten.