ECLI:NL:RBROT:2018:8103
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Damsteegt-Molier
- A.M. Pieters-Boelhouwer
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot faillietverklaring niet ontvankelijk wegens onvoldoende belang
Op 11 september 2018 heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam 1] B.V. een verzoek tot faillietverklaring ingediend bij de Rechtbank Rotterdam. De rechtbank heeft op 20 september 2018 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting is de heer [naam 2], (middellijk) bestuurder van de aangeefster, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeefster verkeert in een toestand van niet kunnen betalen, wat voldoet aan de eisen van de Faillissementswet om op eigen aangifte failliet te worden verklaard. Echter, de rechtbank oordeelt dat de aangeefster onvoldoende belang heeft bij het verzochte faillissement. De heer [naam 2] heeft verklaard dat de onderneming geen baten heeft, er geen debiteuren zijn, en dat de bedrijfsactiviteiten zijn gestaakt. Dit leidt tot de conclusie dat er geen te executeren vermogen is en dat een curator het faillissement waarschijnlijk zal voordragen voor opheffing, wat zou leiden tot ontbinding van de onderneming zonder baten. De rechtbank concludeert dat de aangeefster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot faillietverklaring.