Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De standpunten
3.De beoordeling
4.De beslissing
- stelt aan tot curator:
- geeft last aan de curator tot het openen van aan gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2018 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar. De bewindvoerder, K. Vieira Pereira-Boer, had de rechter-commissaris verzocht om de schuldsaneringsregeling voor tussentijdse beëindiging voor te dragen, omdat de schuldenaar niet naar behoren aan zijn afdrachtplicht had voldaan. Tijdens de behandeling op 18 juli 2018 is de schuldenaar gehoord, die aangaf de regeling te willen beëindigen omdat hij meende zijn schuldenproblematiek zelf te kunnen oplossen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden om de schuldenaar de gelegenheid te geven zijn standpunt te heroverwegen.
De bewindvoerder heeft op 10 augustus 2018 gerapporteerd dat de schuldenaar niet had gereageerd op eerdere correspondentie en geen boedelafdracht had verricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar de schuldsaneringsregeling niet langer wenselijk achtte en heeft de regeling beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder g van de Faillissementswet. De rechtbank heeft tevens het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en een rechter-commissaris benoemd. De uitspraak heeft geleid tot een faillissement van rechtswege, met de benoeming van een curator en de instelling van een postblokkade.
De rechtbank heeft in haar beslissing de beëindiging van de schuldsaneringsregeling bevestigd en de kosten van de bewindvoerder vastgesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.