ECLI:NL:RBROT:2018:8088
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan informatie en onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
In deze zaak heeft verzoekster op 19 juni 2018 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 2 augustus 2018 is verzoekster gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een schuld heeft van € 250.386,82 aan NIBC Direct, maar dat zij deze schuld niet voldoende kon toelichten. Er was onduidelijkheid over de oorsprong van de schuld en de inspanningen die verzoekster heeft geleverd om haar inkomen te vergroten en haar schulden af te lossen. De rechtbank oordeelt dat verzoekster onvoldoende informatie heeft verstrekt over haar financiële situatie en haar onderneming, die volgens de Kamer van Koophandel al in mei 2014 was uitgeschreven.
De rechtbank benadrukt dat voor toewijzing van het verzoek tot schuldsanering voldoende aannemelijk moet zijn dat verzoekster te goeder trouw is geweest met betrekking tot het ontstaan van haar schulden en dat zij zich zal inspannen om haar verplichtingen na te komen. Verzoekster heeft echter geen sollicitaties overgelegd en heeft slechts een kortdurende uitzendovereenkomst kunnen tonen. Bovendien bleek uit de zitting dat verzoekster de Nederlandse taal niet voldoende beheerst om de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling na te komen. Dit alles leidde de rechtbank tot de conclusie dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling moest worden afgewezen.
De rechtbank wijst het verzoek af en merkt op dat dit niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die ook tot afwijzing van het verzoek kunnen leiden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 10 augustus 2018.