ECLI:NL:RBROT:2018:8050

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2018
Publicatiedatum
27 september 2018
Zaaknummer
6513576 CV EXPL 17-8903
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet in acht nemen juiste dagvaardingstermijn en nietigheid van de dagvaarding in huurzaken

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 4 januari 2018, heeft de kantonrechter zich gebogen over de vraag of de dagvaarding van de gedaagde, die zonder bekende woon- of verblijfplaats was, rechtsgeldig was. Eiseres, Stichting Kleurrijkwonen, had op 27 oktober 2017 verzocht om de gedaagde met een verkorte termijn te mogen dagvaarden. Echter, op 15 november 2017 werd er een tussenbeschikking gegeven waarin Kleurrijkwonen werd verzocht haar verzoek nader te onderbouwen. Tot op heden had Kleurrijkwonen hierop niet gereageerd.

Op 27 november 2017 heeft Kleurrijkwonen de gedaagde gedagvaard voor een zitting op 14 december 2017. De dagvaarding vermeldde dat de gedaagde geen bekende woon- of verblijfplaats had, maar dat er een domicilie was gekozen in de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel Kleurrijkwonen zich op het standpunt stelde dat de gedaagde een bekende woonplaats had gekozen, de dagvaardingstermijn van drie maanden niet in acht was genomen. Dit was in strijd met artikel 115 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

De kantonrechter concludeerde dat de dagvaarding nietig was, omdat Kleurrijkwonen niet de juiste dagvaardingstermijn had gerespecteerd. De rechter benadrukte dat Kleurrijkwonen de mogelijkheid had om haar verzoek om een verkorte termijn nader te onderbouwen, maar dat zij de gedaagde opnieuw moest dagvaarden. De zaak werd verwezen naar de rolzitting van 18 januari 2018, zodat Kleurrijkwonen zich hierover kon uitlaten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 6513576 CV EXPL 17-8903
uitspraak: 4 januari 2018
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
de stichting
Stichting Kleurrijkwonen,
gevestigd te Geldermalsen,
eiseres,
gemachtigde: mr. T.A. Vermeulen,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
gedaagde,
die niet is verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Kleurrijkwonen’ en ‘[gedaagde]’.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
1. de dagvaarding van 27 november 2017, met producties.
Het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
Op 27 oktober 2017 heeft Kleurrijkwonen bij verzoekschrift aan deze rechtbank verzocht om [gedaagde] met een verkorte termijn te mogen dagvaarden. In die procedure is op 15 november 2017 een tussenbeschikking gegeven waarin Kleurrijkwonen in de gelegenheid is gesteld haar verzoek nader te onderbouwen. Kleurrijkwonen heeft tot op heden niet gereageerd.
2.2
Op 27 november 2017 heeft Kleurrijkwonen [gedaagde] gedagvaard om in de onderhavige procedure op 14 december 2017 om 10:00 te verschijnen ter terechtzitting. In de kop van de dagvaarding staat:
[gedaagde],zonder bekende woon- of verblijfplaats, in de Basisregistratie Personen ingeschreven op het adres [straat - en plaatsnaam], en in na te melden huurovereenkomst op dat adres domicilie gekozen hebbende, aldaar aan dat adres mijn exploit doende en afschrift dezes, alsmede van na te melden producties, latende aan:
voormeld adres in gesloten envelop met daarop de vermeldingen zoals wettelijk voorgeschreven, omdat ik aldaar niemand aantrof aan wie rechtsgeldig afschrift kon worden gelaten;”
2.3
In de huurovereenkomst die door Kleurrijkwonen is overgelegd staat onder meer het volgende:
“Voor de uitvoering van alle gevolgen dezer overeenkomst kiest de huurder domicilie in het gehuurde.”.
2.4
Nu [gedaagde] volgens Kleurrijkwonen geen bekende woon- of verblijfplaats heeft, bedraagt de dagvaardingstermijn op grond van artikel 115 lid 2 Rv in beginsel drie maanden. Hoewel op het verzoek om een verkorte dagvaardingstermijn nog niet is beslist, heeft Kleurrijkwonen de dagvaardingstermijn van drie maanden niet in acht genomen.
2.5
Voor zover Kleurrijkwonen zich op het standpunt heeft willen stellen dat [gedaagde] vanwege de hierboven geciteerde bepaling uit de huurovereenkomst woonplaats heeft gekozen in het gehuurde, dat daarom sprake is van een bekende woonplaats en daarom de gebruikelijke dagvaardingstermijn in acht mag worden genomen, geldt het volgende.
2.6
Op grond van artikel 1:15 BW kan slechts woonplaats worden gekozen voor een bepaalde rechtshandeling of voor bepaalde rechtshandelingen. Het overeengekomen beding is in die zin onvoldoende bepaald. Het beding moet bovendien op grond van artikel 6:236 aanhef en sub m BW worden vernietigd nu het niet slechts betrekking heeft op de situatie dat [gedaagde] geen bekende woon- of verblijfplaats meer heeft.
2.7
Nu niet de juiste dagvaardingstermijn in acht is genomen, kan tegen [gedaagde] geen verstek verleend worden. Kleurrijkwonen zal [gedaagde] opnieuw moeten dagvaarden. Indien zij daartoe niet overgaat, zal de dagvaarding nietig verklaard worden. Daarbij moet worden opgemerkt dat Kleurrijkwonen nog steeds de mogelijkheid heeft haar verzoek om een verkorte termijn toe te staan, nader te onderbouwen. In het bijzonder zal Kleurrijkwonen in dat geval dienen aan te geven wat zij weet over de werkelijke verblijfplaats van [gedaagde] en de mogelijkheden die zij heeft om [gedaagde] te bereiken anders dan door middel van het uitbrengen van een exploot. De zaak zal om die reden worden verwezen naar de rolzitting van 18 januari 2018 zodat Kleurrijkwonen zich hierover uit kan laten.

3.De beslissing

De kantonrechter
:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 18 januari 2018 voor een akte van Kleurrijkwonen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
371