Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 16/016833-18.
4.Waardering van het bewijs
svan het merk /type Bbm Olympic 38, kaliber .22lr
eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid sieraden en kledingstukken en schoeisel en computer(apparatuur) en tafelzilver en een groot aantal horloges en een geldbedrag van 1500 euro of daaromtrent, toebehorende aan [naam slachtoffer] , zulks nadat hij, verdachte, dat geld en
diegoederen onder zijn bereik had gebracht door middel van braak.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 (twee) jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 20.000,-(
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 april 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 20.000,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
135 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 50 uren subsidiair 25 dagen hechtenis, van de bij vonnis van 4 april 2018 van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland aan de veroordeelde opgelegde taakstraf.