Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- primair (bij bewezenverklaring van de feiten 1, 2 en 3) veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden met aftrek van voorarrest, subsidiair (bij bewezenverklaring van uitsluitend feit 1) tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
2. opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
3. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Schorsing van de voorlopige hechtenis
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;