ECLI:NL:RBROT:2018:7717
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bezwaar tegen te late aanvraag bijstand voor zelfstandigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een veelprocedeerder en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eiseres had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Het primaire besluit tot afwijzing was genomen op 7 november 2014, maar het bezwaar werd pas op 16 november 2017 ingediend, wat leidde tot een niet-ontvankelijk verklaring door verweerder. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van het bezwaar, die zes weken bedraagt volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), was overschreden. De termijn begon op 8 november 2014 en eindigde op 19 december 2014. De rechtbank concludeerde dat eiseres in verzuim was en dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, ondanks haar argument dat zij pas in oktober en november 2017 op de hoogte was van de reden voor de afwijzing. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en een afschrift werd verzonden aan de partijen.