Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van voorarrest, alsmede ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 jaar met aftrek van de tijd waarin het rijbewijs reeds was ingevorderd.
4.De verdediging
5.Waardering van het bewijs
eenmaximale snelheid van 132 km/uur, in ieder geval met een
6.Strafbaarheid feiten
2.Overtreding van artikel 8, derde lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet
1994.
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
taakstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 (honderd) dagen;
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 (twee) jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
24 maanden (vierentwintig) maanden;
15 (vijftien) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 (twee) jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;