Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding met producties van 19 december 2017;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties van de zijde van [eiseres] .
2.De vaststaande feiten
- Een slechte werkhouding: hij heeft opstartproblemen en moeite zijn taken af te maken.
- Hij kan zich slecht concentreren;
- Zijn motorische ontwikkeling loopt achter t.o.v. leeftijdsgenoten
- [zoon] kan de opdrachten niet onthouden en vergeet ook delen van de opdrachten;
- Zonder externe, constante aansturing werkt [zoon] niet;
- Hij heeft veel moeite zichzelf af te remmen; roept dingen door de klas vanuit een impuls en heeft daar geen controle op;
- Ondervindt vanwege bovenstaande problemen moeilijkheden in de contact name met zo wel kinderen als volwassenen en wordt onzeker. [zoon] moet veel gecorrigeerd en gewaarschuwd worden. Hij roept veel en vaak dat hij het niet kan of weet.
- Er is duidelijk sprake van onmacht bij [zoon] ;
- [zoon] voelt zich achtergesteld thuis. Zijn zusje kan wel alles zegt hij;
- Hij heeft moeite vrienden te maken.
Duidelijk is dat van kindermishandeling of huiselijk geweld in het geval van mevrouw [eiseres] geen sprake is geweest. Zowel het wijkteam de heer V. als mevrouw R. zijn hier duidelijk over. Indien de heer V. de stappen van de meldcode van Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond zorgvuldig had gevolgd was hij niet gekomen tot het doen van een melding. Het “gebruiken” van een melding bij Veilig Thuis om een impasse in de jeugdhulpverlening te doorbreken, is naar het oordeel van de Kinderombudsman niet passend. Juist vanwege de grote gevolgen van een dergelijke melding, moet hier met uiterste zorgvuldigheid mee om worden gegaan.