Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 september 2017, met 16 producties;
- de conclusie van antwoord, met 3 producties;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 7 maart 2018;
- de brief van mr. De Gier van 7 juni 2018, met producties 4,5 en 6;
- de brief van mr. de Wit-Facchetti van 8 juni 2018, met producties 17, 18 en 19;
- de akte wijziging van eis, overeenkomstig de brief van 8 juni 2018;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 juni 2018.
2.De feiten
Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Zij nemen als peildatum voor de samenstelling en de waardering van de gemeenschap 1 januari 2013.
Partijen verklaren dat zij geen van beiden gerechtigd zijn tot een onverdeelde boedel noch anderszins privévermogen hebben op grond van een uitsluitingsclausule en/of verknochtheid, zodat alle vermogensbestanddelen
Partijen komen overeen dat de saldi van de rekeningen toekomen aan degene op wiens/wier naam de rekening staat, zonder verdere verrekening.
Vertrouwelijke overeenkomst tot verrekening van bedragen tevens inhoudende garantstelling’. In deze overeenkomst is onder meer opgenomen dat het krachtens overbedeling uit te keren bedrag van € 435.000,- door TPF rechtstreeks zal worden voldaan aan [gedaagde] en dat dit bedrag in mindering strekt op het aan [bedrijf (eiser) 3] verschuldigde bedrag van € 620.000,- (aandelen van € 162.000,- en de pensioenvoorziening van
Na de echtscheiding is cliënt aangesproken tot betaling van een groot aantal schulden, welke niet zijn meegenomen in de verdeling. Het betreft schulden welke aan cliënt niet bekend waren en welke aan uw beider zijn, die als uw belangenbehartiger in de echtscheidingsprocedure optrad, wel bekend waren. Het betreffen onder andere:
- Een huurclaim TPF Vastgoed BV van € 137.000
- Een rekening-courantschuld aan [bedrijf (eiser) 3] van € 164.000
- Een rekening-courant schuld aan Financieringsmaatschappij [bedrijf (eiser) 3] van
3.Het geschil
primairvoor recht verklaart dat het echtscheidingsconvenant buitengerechtelijk
subsidiairhet echtscheidingsconvenant vernietigt (primair omdat sprake is van een 1/4e benadeling en dwaling aan de zijde van [eiser] , subsidiair omdat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld althans toerekenbaar tekortgeschoten is in de op haar rustende verplichtingen tegenover [eiser] om de juiste informatie te verstrekken om tot een goede verdeling te komen);
4.De beoordeling
voor het geval de echtscheiding tussen partijen wordt uitgesproken en de beschikking wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, hebben partijen de gevolgen van deze echtscheiding op de hieronder omschreven wijze met elkaar geregeld;”.
1-9 Rente + afl. € 1.049,94