ECLI:NL:RBROT:2018:712

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 februari 2018
Publicatiedatum
2 februari 2018
Zaaknummer
10/680427-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak openlijke geweldpleging in en bij een moskee op basis van onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 2 februari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging in en bij een moskee op 23 juni 2016 in Dordrecht. De officier van justitie had gevorderd dat het feit wettig en overtuigend bewezen kon worden op basis van herkenningen van de verdachte door verbalisanten op camerabeelden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de herkenningen niet voldoende overtuigend waren om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen ander bewijs was dat de herkenningen ondersteunde, en dat de tijdsverloop sinds de laatste ontmoeting met de verdachte de herkenning verder ondermijnde. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De benadeelde partijen die zich hadden gevoegd in de zaak, zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, nu de verdachte is vrijgesproken. De rechtbank heeft ook de kosten van de verdediging van de verdachte begroot op nihil.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/680427-16
Datum uitspraak: 2 februari 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
gemachtigd raadsvrouw mr. G. Jansen, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 januari 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. H.A. van Wijk, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde met uitzondering van de gedachtestreepjes voor zover deze betrekking hebben op vuurwapens en messen;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uur met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden, op grond van de drie afzonderlijke herkenningen van de verdachte op de screenshots van de camerabeelden van de moskee door de verbalisanten
[naam verbalisant 1] , [naam verbalisant 2] en [naam verbalisant 3] . Hierbij is het van belang dat de verbalisanten de verdachte goed kennen.
4.1.2.
Beoordeling
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het feit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Met herkenningen als bewijsmiddel dient behoedzaam te worden omgegaan, zeker indien zich geen enkel ander steunbewijs in het dossier bevindt, zoals in deze zaak het geval is.
Verbalisant [naam verbalisant 1] beschrijft in het proces-verbaal van bevindingen 376-2 dat hij de verdachte onmiddellijk herkende toen hij de afbeeldingen zag. De verbalisant noemt echter geen specifieke kenmerken waaraan hij de verdachte herkent, terwijl uit zijn proces-verbaal verder niet blijkt dat hij de verdachte na medio 2014 nog gezien heeft. De rechtbank acht deze herkenning daardoor niet heel overtuigend.
Verbalisante [naam verbalisant 3] relateert in haar proces-verbaal van bevindingen 223-2 dat zij bij het zien van de afgebeelde persoon welke als verdachte 1 werd aangeduid, vond dat deze persoon sterke gelijkenissen vertoonde met de persoon die de verbalisant kent als zijnde de verdachte. Zij voegt hieraan toe dat zij ziet dat er gelijkenissen zijn in de vormgeving van het gelaat, opvallende dikke en volle horizontaal lopende wenkbrauwen, de wat spitse neus en de contouren van zijn haarlijn. Dat de verbalisante gelijkenissen ziet, is voor de rechtbank onvoldoende om te kunnen spreken van een herkenning van de verdachte.
Tot slot bevindt zich in het dossier het proces-verbaal van bevindingen 376-3 dat is opgemaakt door verbalisante [naam verbalisant 2] waarin zij relateert dat zij de verdachte onmiddellijk herkende toen zij de afbeeldingen zag en dat zij de verdachte herkent aan de vorm van zijn gezicht, zijn ogen, neus, lengte en postuur en dat zij de verdachte kent omdat zij eind 2007 heeft meegewerkt in een onderzoek waarin zij de verdachte meerdere malen heeft verhoord. De herkenning vindt ruim 8,5 jaar later plaats. Hoewel de herkenning gebaseerd is op specifieke kenmerken, mist ook deze herkenning overtuigingskracht, gelet op het forse tijdsverloop sinds de ontmoeting.
Zoals hiervoor al is overwogen, bevinden zich in het dossier geen bewijsmiddelen die de herkenning van de verdachte ondersteunen. Uit niets blijkt dat de verdachte op 23 juni 2016 in Dordrecht is geweest of dat hij contacten onderhield met de personen die zich in de [straatnaam] bevonden en zich van daaruit naar de moskee aan de [adres delict] hebben begeven. De verdachte kan dan ook – behoudens de hiervoor besproken processen-verbaal – op geen enkele manier in verband worden gebracht met hetgeen hem is verweten.
De rechtbank heeft, gelet op het voorgaande, uitsluitend op basis van de herkenningen (ook wanneer deze in samenhang worden bezien) niet de overtuiging gekregen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft gepleegd.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.Vorderingen benadeelde partijen

Ter zake van het ten laste gelegde feit hebben zich als benadeelde partijen gevoegd:
  • [naam benadeelde 1]
  • [naam benadeelde 2]
  • [naam benadeelde 3]
De benadeelde partij
[naam benadeelde 1]vordert een vergoeding van € 10.820,- aan materiële schade en € 1.021,- aan buitengerechtelijke kosten.
De benadeelde partij
[naam benadeelde 2]vordert een vergoeding van € 20.000,- aan immateriële schade.
De benadeelde partij
[naam benadeelde 3]vordert een vergoeding van € 100,- aan materiële schade,
€ 500,- aan immateriële schade en € 254,10 aan buitengerechtelijke kosten.
De benadeelde partijen zullen in de vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partijen
[naam benadeelde 1],
[naam benadeelde 2]en
[naam benadeelde 3]niet-ontvankelijk in de vorderingen;
veroordeelt benadeelde partijen
[naam benadeelde 1],
[naam benadeelde 2]en
[naam benadeelde 3]in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C. Laukens, voorzitter,
en mrs. P. Putters en A.A.T. Werner, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 23 juni 2016 te Dordrecht, op/in een voor het publiek toegankelijke en/of waarneembare plaats en/of ruimte en/of op of aan de openbare weg, de [adres delict] , in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 4] en/of een of meer onbekend gebleven personen en/of een gebouw aan de [adres delict] , zijnde een moskee, en/of serviesgoed en/of meubels en/of een voetbaltafel en/of een scooter (aanwezig in/nabij dat gebouw), welk geweld bestond uit het (meermalen) (telkens):
- tonen van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
en/of een staaf (langwerpig voorwerp) aan die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 3] en/of een of meer onbekend gebleven personen en/of
- slaan en/of stompen tegen het lichaam van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 4] en/of onbekend gebleven personen en/of
- gooien van een of meer tegel(stukken) tegen een been van die [naam slachtoffer 2] en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, en/of een staaf (langwerpig voorwerp) maken van een of meer stekende/slaande bewegingen in de richting van die [naam slachtoffer 3] en/of
- met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of met een hard voorwerp slaan tegen een oog van die [naam slachtoffer 3] en/of
- gooien van stenen en/of serviesgoed en/of meubels en/of (een) stuk(ken) metaal tegen en/of in de richting van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] en/of (de buik van die) [naam slachtoffer 4] en/of een of meer onbekend gebleven personen en/of
- gooien van stenen tegen de voordeur en/of ruit(en) van dat gebouw en/of
- ( kapot)gooien van en/of met serviesgoed en/of meubels en/of (een) stuk(ken) metaal in dat gebouw en/of
- omduwen/omgooien van een voetbaltafel en/of een pan met soep in dat gebouw en/of
- staan en/of springen op een kast/plank/tafel, in elk geval op een meubelstuk, in dat gebouw en/of
- ( hierbij) (met een telefoon) maken van opnames van de handelingen die plaatsvinden in dat gebouw en/of roepen van leuzen en/of
- omduwen/omgooien van een (in de nabijheid van dat gebouw geparkeerde) scooter (in gebruik zijnde bij die [naam slachtoffer 2] ).