Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde met uitzondering van de gedachtestreepjes voor zover deze betrekking hebben op vuurwapens en messen;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uur met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
openlijkgeweld kan worden bestempeld. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en stelt daarbij voorop dat het geweld niet alleen in de moskee zelf heeft plaatsgevonden, maar ook buiten vóór de zijdeur van de moskee. Die buitenruimte is voor publiek vanaf de openbare weg zichtbaar zodat er reeds om die reden gesproken kan worden van het plegen van
openlijkgeweld.
Voor zover het geweld
inde moskee heeft plaats gevonden was dat niet waarneembaar vanaf de openbare weg. Niettemin kunnen ook de schermutselingen die zich binnen hebben afgespeeld aangemerkt worden als ‘openlijk’ geweld. Een gebedsruimte zoals een moskee is immers in de regel voor een ieder vrij toegankelijk. Dat ook de onderhavige moskee voor een ieder open stond blijkt bovendien uit het feit dat de bezoekers aanvankelijk gastvrij werden onthaald. Uit de verklaring van de aangever [naam slachtoffer 1] blijkt dat men in de veronderstelling verkeerde dat het om asielzoekers ging die wilden deelnemen aan de zogenoemde Iftarmaaltijd, die op dat moment voor moskeebezoekers werd bereid. De onderhavige moskee was ten tijde van het tenlastegelegde dan ook een plaats die voor het publiek toegankelijk was.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen
- [naam benadeelde 1] ;
- [naam benadeelde 2]en
- [naam benadeelde 3] .
[naam benadeelde 1]vordert een vergoeding van € 10.820,- aan materiële schade en € 1.021,- aan buitengerechtelijke kosten.
[naam benadeelde 2]vordert een vergoeding van € 20.000,- aan immateriële schade.
[naam benadeelde 3]vordert een vergoeding van € 100,- aan materiële schade,
[naam benadeelde 1]op het standpunt dat de vordering niet is onderbouwd, maar dat uit het dossier genoegzaam naar voren komt dat er schade is ontstaan aan de in de vordering genoemde goederen en dat de rechtbank het schadebedrag in redelijkheid kan schatten. Ook komen de buitengerechtelijke kosten voor vergoeding in aanmerking. In geval van toewijzing dient de verplichting tot betaling hoofdelijk aan de verdachten te worden opgelegd met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de wettelijke rente. Voor het overige dient de vordering niet-ontvankelijk verklaard te worden.
[naam benadeelde 2]op het standpunt dat het gevorderde bedrag gematigd dient te worden tot een bedrag van € 500,- en de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
[naam benadeelde 3]op het standpunt dat het gevorderde bedrag aan materiële schade niet is onderbouwd en derhalve niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat dit bedrag gematigd dient te worden tot een bedrag van € 400,- en dat de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
[naam benadeelde 1]voor wat betreft de gevorderde materiële schade onvoldoende is onderbouwd en derhalve niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
[naam benadeelde 2]verzoekt de raadsvrouw primair deze niet-ontvankelijk te verklaren gelet op het ontbreken van een onderbouwing en subsidiair het bedrag (fors) te verlagen gelet op de toekenning van schadevergoeding in vergelijkbare zaken.
[naam benadeelde 3]voor wat betreft de immateriële schade onvoldoende is onderbouwd. Gelet op de toekenning van een schadevergoeding in vergelijkbare zaken verzoekt de raadsvrouw een (fors) lager bedrag dan € 500,- toe te kennen. Met betrekking tot de gevorderde materiële schade verzoekt de raadsvrouw dit deel niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op het ontbreken van de onderbouwing daarvan. Met betrekking tot de gevorderde proceskosten verzoekt de raadsvrouw dit gedeelte af te wijzen, omdat onduidelijk is of de benadeelde partij deze kosten heeft gemaakt aangezien er geen urenspecificatie en declaratie aan ten grondslag ligt.
[naam benadeelde 1]een schadevergoeding betalen van € 1.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
[naam benadeelde 2]een schadevergoeding betalen van
[naam benadeelde 3]een schadevergoeding betalen van
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
taakstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
196 (honderdzesennegentig) urente verrichten taakstraf resteert;
98 (achtennegentig) dagen;
[naam benadeelde 1], te betalen een bedrag van
€ 1.500,- (zegge: duizend vijfhonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
[naam benadeelde 1]niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
[naam benadeelde 1]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op
€ 150,- (zegge: honderdvijftig euro)aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]te betalen
zegge: duizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 1.500,-vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
25 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 1], waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
€ 400,- (zegge: vierhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
[naam benadeelde 2];
[naam benadeelde 2]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 2]te betalen
€ 400,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 400,-vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
8 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 2], waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
€ 400,- (zegge: vierhonderd euro), bestaande uit immateriële schade;
[naam benadeelde 3];
[naam benadeelde 3]niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op de materiële schade;
[naam benadeelde 3]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 3]te betalen
€ 400,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 400,-vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
8 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 3], waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.