ECLI:NL:RBROT:2018:7084
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Matiging van verkeerssancties in verband met noodsituatie bij kind
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht uitspraak gedaan over de verkeerssancties die aan betrokkene zijn opgelegd. Betrokkene had op 29 augustus 2017 verschillende verkeersregels overtreden, waaronder het niet stoppen voor rood licht en een snelheidsoverschrijding van 30 km/h. Betrokkene heeft tegen deze sancties beroep aangetekend, waarbij hij aanvoerde dat hij op de betreffende dag met spoed naar het ziekenhuis moest omdat zijn 2-jarige zoontje van de trap was gevallen en bewusteloos was geraakt. Betrokkene heeft een verklaring van de behandelend arts overgelegd ter onderbouwing van zijn noodsituatie.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de omstandigheden van de noodsituatie voldoende aannemelijk zijn gemaakt. De rechter oordeelde dat het negeren van het rode verkeerslicht in deze specifieke situatie gerechtvaardigd was, waardoor de sancties voor het rijden door rood werden gematigd tot nihil. Echter, de snelheidsoverschrijding werd als te gevaarlijk beoordeeld, en de sanctie hiervoor werd gematigd tot € 50,00, vermeerderd met administratiekosten.
De beslissing van de officier van justitie werd gedeeltelijk vernietigd, en het beroep in de zaken met betrekking tot de verkeerslichten werd gegrond verklaard. Betrokkene kreeg ook een proceskostenvergoeding toegewezen van € 751,50. De uitspraak benadrukt de afweging tussen verkeersveiligheid en de noodzaak om in levensbedreigende situaties snel te handelen.