Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van het op de rolzitting van 8 maart 2018 gegeven mondelinge antwoord van [gedaagde], alsmede het bij die gelegenheid door haar overgelegde stuk en haar schriftelijke antwoord;
- het vonnis van 8 maart 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van 5 april 2018 van de gemachtigde van Spoorwegpensioenfonds, met producties;
- het proces-verbaal van de op 11 april 2018 gehouden comparitie van partijen;
- de akte zijdens Spoorwegpensioenfonds;
- de brief van 20 juni 2018 van de gemachtigde van Spoorwegpensioenfonds, met productie;
- het proces-verbaal van het op 27 juni 2018 gehouden getuigenverhoor;
- de brief van 2 juli 2018 van [gedaagde];
- de conclusie na enquête zijdens Spoorwegpensioenfonds.
2.De vaststaande feiten
Iedere huurder en gebruiker is verplicht zich te onthouden van luidruchtigheid. Het boren, timmeren, muziek maken, evenals het voortbrengen van andere vormen van harde geluiden, is niet toegestaan tussen 20:00 uur en 08:00 uur, en ook niet op zon- en feestdagen.
Het is verboden muziek of andere geluiden te maken, waaronder ook wordt verstaan het doen spelen van een radio, een televisietoestel en dergelijke, op zodanige wijze dat dit hinderlijk is voor omwonenden.
Het is verboden motoren, werktuigen, gereedschappen en dergelijke, welke door geluid, trilling of stank, overlast bezorgen langdurig te gebruiken in het complex.”
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
De kantonrechter acht de verklaringen van mevrouw [Y.] en de heer [X.], gelet op de inhoud daarvan en in onderlinge samenhang bezien op zich betrouwbaar maar, mede gelet op hetgeen [gedaagde] daartegenin heeft gebracht, niet voldoende om te bewijzen dat [gedaagde] structurele en ernstige overlast veroorzaakt door middel van harde muziek en hard bonken op de vloer. Het had op de weg van Spoorwegpensioenfonds en voor de hand gelegen om haar standpunt nader te onderbouwen, bijvoorbeeld met verklaringen van de wijkagent en de sociaal werkster waarover getuige [X.] heeft verklaard dat zij ook wat hebben gehoord en hun bevindingen hebben opgenomen, of met verklaringen van de mensen van DCMR waarover getuige [X.] heeft verklaard dat zij een geluidsmeting hebben gedaan in de woning van de getuige en ook het gebonk hebben gehoord en zij het niet normaal vonden. Verder had Spoorwegpensioenfonds verklaringen van omwonenden die volgens Spoorwegpensioenfonds de overlast door [gedaagde] hebben bevestigd kunnen overleggen of een (ondertekend) verslag van het gesprek met de beheerder, in welk gesprek [gedaagde] volgens Spoorwegpensioenfonds heeft erkend dat zij op de vloer bonkt. Nu zij dat niet heeft gedaan is de conclusie gelet op het voorgaande dat Spoorwegpensioenfonds niet is geslaagd in haar bewijsopdracht. Dit heeft tot gevolg dat de grondslag van haar vordering niet is vast komen te staan.