4.1.Bewijswaardering
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde en heeft daartoe het volgende aangevoerd:
Het is niet aan de verdachte om aan te tonen dat de gelden een legale herkomst hebben.
Wat wel van hem gevraagd mag worden, is dat hij komt met een concrete en verifieerbare verklaring betreffende het geld. De verdachte heeft, nadat bij hem een bedrag van € 85.020,- en in zijn woning een bedrag van € 621.315,- was aangetroffen, uitgebreid verklaard over de herkomst van het geld. Hij heeft het geld verdiend met gokken in casino’s en met pokerwedstrijden. Het had vervolgens op de weg van het Openbaar Ministerie gelegen om de verklaring van de verdachte verder te onderzoeken, temeer nu er geen sprake is van een verhullende handeling en/of een gronddelict. Nu het Openbaar Ministerie een dergelijk onderzoek niet heeft verricht, kan niet worden bewezen dat de ten laste gelegde geldbedragen, direct of indirect, afkomstig zijn uit enig misdrijf.
In het geval de rechtbank zou twijfelen over de geloofwaardigheid van de verklaring van de verdachte omtrent de herkomst van het geld, heeft de raadsvrouw het voorwaardelijke verzoek gedaan om de volgende personen als getuigen te (doen) horen daaromtrent:
- het personeel en met name de managers van [namen casino's] op Sint Maarten ;
- de medewerkers van het Recherche Samenwerkings Team die aanwezig waren bij een pokertoernooi in 2016 waar de verdachte aan heeft deelgenomen;
- de verbalisanten die zich drie weken voorafgaand aan de zitting van 9 augustus 2018 in hetzelfde casino op Sint Maarten bevonden als de verdachte.
Beoordeling
Naar inmiddels bestendige jurisprudentie kan, in een geval zoals dat zich hier voordoet, waarin geen direct bewijs voor inkomsten uit brondelicten aanwezig is, witwassen bewezen worden geacht indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. Het ligt op de weg van het openbaar ministerie om zicht te bieden op het bewijs waaruit zodanige feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid.
De toetsing door de zittingsrechter dient daarbij de volgende stappen te doorlopen.
Allereerst zal moeten worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Indien zulks zich voordoet, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Die verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn. Bij de beoordeling van deze verklaring spelen de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen mede een rol. Zo kan het van belang zijn of de verdachte van meet af aan een tegenwicht tegen de verdenking heeft geboden of dat hij pas in een laat stadium van het onderzoek is gaan verklaren op een wijze die aan de hiervoor genoemde vereisten voldoet.
Zodra het door de verdachte geboden tegenwicht daartoe aanleiding geeft, ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het geld. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal dienen te blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geld waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat derhalve een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Vermoeden van witwassen
Op basis van de stukken in het dossier en het verhandelde ter zitting wordt van het volgende uitgegaan.
Na een melding waaruit werd afgeleid dat de verdachte zich vermoedelijk schuldig maakte aan witwassen, is hij op 13 april 2015 geobserveerd. Verbalisanten hebben toen waargenomen dat de verdachte zijn woning verliet met in zijn hand een wit plastic boodschappentasje en als bijrijder in een [autotype] stapte. De [autotype] reed vervolgens naar de [adres] , waar een derde man in de auto stapte. Op dat moment zijn de drie mannen aangehouden. Tijdens de aanhouding van de verdachte zagen verbalisanten het eerder waargenomen witte plastic tasje tussen de benen van de verdachte staan. In het tasje zaten bundels papiergeld met een totale waarde van € 85.020,-. Vervolgens is de woning van de verdachte doorzocht; daarbij werden in een slaapkamer in dozen en tassen verscheidene pakketten met papiergeld aangetroffen met een totale waarde van € 536.295,-.
Bovenstaande handelswijze ten aanzien van het geld vond plaats onder omstandigheden die, in de context van de gebeurtenissen en in samenhang bezien, als zogenoemde typologieën van - en daarmee kenmerkend voor - witwassen zijn aan te merken. Als zodanige omstandigheden kunnen onder andere in de onderhavige zaak worden genoemd:
- er wordt, zonder beschermende maatregelen, een grote hoeveelheid geld, in bundels, vervoerd;
- het geld is niet terug te voeren op een boekhouding en kan evenmin worden verantwoord met stukken van reguliere handelsactiviteiten;
- de overdracht van het geld vindt plaats op een openbare plek in plaats van een vaste locatie en de handelingen die plaatsvinden kunnen geen redelijk bedrijfseconomisch doel dienen;
- er wordt gebruik gemaakt van een token (in dit geval een doorgescheurd briefje van twintig euro) bij het overdragen van het geld.
Gelet hierop mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft aangaande zijn handelen met betrekking tot het voornoemde geldbedrag.
Verklaring herkomst geld
De verdachte heeft ten aanzien van de bestemming en de bron van het geld bij de politie steeds gebruikt gemaakt van zijn zwijgrecht. Pas op de terechtzitting van 12 januari 2017 heeft de verdachte voor het eerst verklaard dat hij het geld heeft gewonnen bij (met name) pokerwedstrijden in Nederland en op Sint Maarten.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 12 januari 2017 verklaard dat hij in 2009 is begonnen met pokeren bij [naam casino 1] , maar dat hij daar niet veel kon verdienen.
De herkomst van (het merendeel van) het geld kan daar derhalve, blijkens de eigen verklaring van de verdachte, niet worden gevonden. Ook uit onderzoek bij [naam casino 1] door het Openbaar Ministerie is niet gebleken van (grote) gokwinsten van de verdachte aldaar.
De verdachte heeft verder verklaard dat hij geld heeft verdiend met zogenaamde ‘homegames’ in Nederland waarbij hogere inzetten plaatsvonden. De verdachte heeft daarover geen concrete details of namen van spelers/organisatoren willen geven, zodat verder onderzoek hiernaar door het Openbaar Ministerie niet mogelijk was.
Voor het overige heeft de verdachte verklaard dat hij het geld heeft verdiend in casino’s op St. Maarten. De verdachte heeft die verklaring niet nader geconcretiseerd, anders dan door het noemen van namen van casino’s. De verdachte heeft overigens inconsistent verklaard over de vraag bij welke casino’s hij pokerde. Zo heeft hij op de zitting van 9 augustus 2018 verklaard dat hij geld heeft gewonnen in meerdere casino’s op Sint Maarten, te weten [namen casino's] , terwijl in het verzoekschrift met onderzoekswensen van de verdediging van 29 september 2016 juist (en alleen) wordt gesproken over het [naam casino 2] .
Ook op andere onderdelen is de verklaring van de verdachte inconsistent. In het genoemde verzoekschrift van de verdediging van 29 september 2016 heeft de verdachte doen stellen dat hij bij een weddenschap op de Superbowlfinale in 2015 € 350.000 gewonnen zou hebben, terwijl de verdachte in zijn beide verklaringen ter terechtzitting, zowel op 12 januari 2017 als op 9 augustus 2018 gevraagd naar de herkomst van het geld een dergelijke weddenschap niet noemt.
De verdachte heeft verder geen administratie overgelegd van zijn inkomsten uit pokeren/gokken. Uit onderzoek door het Openbaar Ministerie naar de telefoon van de verdachte is niet gebleken van gokcontacten/gokwinsten die de verdachte zou hebben gehad/behaald.
De rechtbank zal het voorwaardelijke verzoek tot het horen van getuigen afwijzen. Zij acht het horen van de genoemde personen niet noodzakelijk nu niet door de verdediging is gemotiveerd op welke wijze en op welke concrete onderdelen de gevraagde getuigen een relevante verklaring kunnen afleggen over de herkomst van het geld. Bovendien heeft de verdediging – zoals gezegd – eerder gesteld dat de verdachte zijn geld heeft gewonnen in het [naam casino 2] , bij welk casino de nu genoemde getuigen juist niet betrokken zijn (geweest). Ook het verzoek om de verbalisanten te horen die in 2016 en drie weken voorafgaand aan de zitting van 9 augustus 2018 aanwezig waren bij een pokertoernooi of in een casino waar de verdachte aanwezig was, is onvoldoende gemotiveerd. Dit klemt te meer nu beide gebeurtenissen plaatsvonden na het ten laste gelegde feit en daarom geen verklaring kunnen opleveren voor de herkomst van het in de tenlastelegging genoemde geld.
Conclusie
Er is geen sprake van een concrete, verifieerbare verklaring voor een legale herkomst van de geldbedragen. Gelet op het eerder genoemde ernstige vermoeden dat het geld van misdrijf afkomstig is op grond van de daaraan ten grondslag liggende feiten en omstandigheden kan het niet anders zijn dan dat de geldbedragen uit misdrijf afkomstig zijn en dat de verdachte dit wist. Gelet op de omvang van het witgewassen geldbedrag, het feit dat verdachte niet over enige aantoonbare legale bron van inkomsten lijkt te beschikken en de wijze waarop het geld is aangetroffen – deels onder verdachte in de auto en deels in acht verschillende bundels van verschillende omvang in de woning van de verdachte – acht de rechtbank tevens bewezen dat verdachte van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.