Uitspraak
- de dagvaarding, met producties;
- de door Visbeen overgelegde producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 4 juni 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en A. Visbeen en Zonen B.V. (Visbeen). FNV vorderde dat Visbeen zou aantonen dat de Collectieve Arbeidsovereenkomst (cao) voor het Beroepsgoederenvervoer correct werd nageleefd voor de Engelse chauffeurs die in dienst zijn bij Visbeen. De cao is algemeen verbindend verklaard en geldt voor werkgevers en werknemers in Nederland die vergunningplichtig vervoer uitvoeren. Visbeen, gevestigd in Nederland, voert echter aan dat de Engelse chauffeurs onder de Engelse wetgeving vallen, omdat zij meer dan 50% van hun werkzaamheden in het Verenigd Koninkrijk verrichten en hun arbeidsovereenkomsten onder Engels recht zijn opgesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 mei 2018 is vastgesteld dat de Engelse chauffeurs, die in Nederland zijn aangesteld, hun werkzaamheden voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk verrichten. De kantonrechter heeft de gegevens van de boordcomputers van de chauffeurs bekeken, waaruit blijkt dat 70% van de gereden kilometers in het Verenigd Koninkrijk plaatsvond. Dit leidde de rechter tot de conclusie dat de Engelse chauffeurs niet onder de Nederlandse cao vallen, omdat de rechtskeuze voor Engels recht in hun arbeidsovereenkomsten is gemaakt. De vorderingen van FNV tot nakoming van de cao werden afgewezen, evenals de vordering tot schadevergoeding.
De kantonrechter heeft FNV als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 800,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.C. Halk en is uitvoerbaar bij voorraad.