ECLI:NL:RBROT:2018:6877

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juni 2018
Publicatiedatum
20 augustus 2018
Zaaknummer
6827685
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepasselijkheid van Nederlandse cao op in Engeland woonachtige internationaal chauffeurs en rechtskeuze voor Engels recht

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 4 juni 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) en A. Visbeen en Zonen B.V. (Visbeen). FNV vorderde dat Visbeen zou aantonen dat de Collectieve Arbeidsovereenkomst (cao) voor het Beroepsgoederenvervoer correct werd nageleefd voor de Engelse chauffeurs die in dienst zijn bij Visbeen. De cao is algemeen verbindend verklaard en geldt voor werkgevers en werknemers in Nederland die vergunningplichtig vervoer uitvoeren. Visbeen, gevestigd in Nederland, voert echter aan dat de Engelse chauffeurs onder de Engelse wetgeving vallen, omdat zij meer dan 50% van hun werkzaamheden in het Verenigd Koninkrijk verrichten en hun arbeidsovereenkomsten onder Engels recht zijn opgesteld.

Tijdens de mondelinge behandeling op 18 mei 2018 is vastgesteld dat de Engelse chauffeurs, die in Nederland zijn aangesteld, hun werkzaamheden voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk verrichten. De kantonrechter heeft de gegevens van de boordcomputers van de chauffeurs bekeken, waaruit blijkt dat 70% van de gereden kilometers in het Verenigd Koninkrijk plaatsvond. Dit leidde de rechter tot de conclusie dat de Engelse chauffeurs niet onder de Nederlandse cao vallen, omdat de rechtskeuze voor Engels recht in hun arbeidsovereenkomsten is gemaakt. De vorderingen van FNV tot nakoming van de cao werden afgewezen, evenals de vordering tot schadevergoeding.

De kantonrechter heeft FNV als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 800,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.C. Halk en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 6827685/ VV EXPL 18-171
uitspraak: 4 juni 2018
vonnis in kort geding van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de vereniging
Federatie Nederlandse Vakbeweging,
gevestigd te Utrecht,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 7 mei 2018,
gemachtigde: mr. J.H. Mastenbroek,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A. Visbeen en Zonen B.V.,
gevestigd te Nieuwe-Tonge,
gedaagde,
gemachtigden: mr. A.A. Camonier en mr. M. Maaijen kantoorhoudende te Amsterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als “FNV” en “Visbeen”.
1.1. Het verloop van de procedure
1.1. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • de dagvaarding, met producties;
  • de door Visbeen overgelegde producties.
1.2. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 mei 2018. Verschenen zijn aan de zijde van Visbeen: de heer [H.] en de heer M. Van der Burg en hun gemachtigden de heer mr. A.A. Camonier en mevrouw mr. M. Maaijen. Verschenen zijn aan de zijde van FNV: de heer [V.] en zijn gemachtigde de heer mr. H.J. Mastenbroek.

2.De feiten

2.1
FNV is een van de partijen die de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (2017 /2019) is aangegaan. Deze cao wordt verder aangeduid als de cao.
2.2
De cao is bij besluit van 14 augustus 2017 van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard voor de duur van twee jaar (tot 16 augustus 2019).
2.3
De cao bepaalt, voor zover in deze procedure van belang:
Artikel 2 Werkingssfeer
1. Deze overeenkomst is van toepassing op:
a. Alle werkgevers en werknemers van in Nederland gevestigde ondernemingen die vergunningplichtig vervoer krachtens de Wet wegvervoer goederen (hierna Wwg), zoals deze laatstelijk is gepubliceerd op 20 december 2016 (staatsblad 518), verrichten, en/of die tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer verrichten anders dan van personen, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen.
(…)
Artikel 78
Naleving cao
1.a. De werkgever is gehouden op schriftelijk verzoek van een werknemers-organisatie, binnen 4 weken schriftelijk aan te tonen dat de cao correct is nageleefd. Het betreft de artikelen 6 sub 2b, 8 + 10, 16, 19, 20, 21, 25, 26a, 29 leden 3 en 4, 40, 67a, 68, 69, 69A t/m 69D en 75 van de cao over een periode van 1 jaar voorafgaand aan het verzoek.
(…)
1.c. Indien de werkgever niet aantoont dat deze cao getrouwelijk is nageleefd, is de werkgever ten opzichte van de werknemersorganisatie schadeplichtig overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van de Wet cao.
2.4
Visbeen is een in Nederland gevestigde onderneming die zich bezighoudt met goederenvervoer over de weg. Van de 175 werknemers die bij Visbeen in dienst zijn, zijn er 12 als chauffeur werkzaam die woonachtig zijn in het Verenigd Koninkrijk. De namen van deze chauffeurs staan op de als productie 3 door Visbeen overgelegde lijst. Zij worden verder ook aangeduid als de Engelse chauffeurs.
2.5
De Engelse chauffeurs rijden zowel in het Verenigd Koninkrijk als op het continent (België, Frankrijk, Nederland). Zij hebben een schriftelijke arbeidsovereenkomst met Visbeen gesloten. Deze houdt voor zover van belang het volgende in:
“(…)
4. Place of work
The place of which you carry out your work will be (…) (adres chauffeur United Kingdom– kantonrechter).The nature of your job requires you to travel throughout Europe, depending on the Company’s business.
(…)
Governing law
This Agreement is governed by the laws of England and Wales and the parties submit to the exclusive jurisdiction of the English courts.
(…)”
De arbeidsovereenkomsten tussen Visbeen en de Engelse chauffeurs worden aangeduid als de arbeidsovereenkomsten.
2.6
Visbeen betaalt de Engelse chauffeurs, die de Engelse nationaliteit hebben, in Engeland volgens de met de betreffende chauffeur gesloten arbeidsovereenkomst. De Engelse chauffeurs betalen belasting en premies in Engeland. Visbeen past de cao niet toe op deze arbeidsovereenkomsten.

3.Het geschil

3.1.
FNV vordert, na vermindering van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Visbeen te veroordelen om
I binnen 14 dagen na dit vonnis schriftelijk aan FNV aan te tonen dat de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen, meer in het bijzonder het bepaalde in de artikelen 9, 25, 26a, 37, 40, 67a van de cao door Visbeen correct wordt nageleefd door binnen die periode loonspecificaties van de Engelse chauffeurs in dienst bij Visbeen over de periode 11, 12, en 13 van 2017 te verstrekken aan FNV alsook de bijbehorende urenverantwoordingsstaten die zijn verwerkt in deze loonspecificaties en de arbeidsovereenkomsten, bedrijfsreglementen en dergelijke stukken die betrekking hebben op de chauffeurs in dienst van Visbeen en woonachtig in het Verenigd Koninkrijk;
II indien en voor zover de cao niet juist is toegepast op de in het Verenigd Koninkrijk woonachtige chauffeurs, Visbeen te veroordelen tot het doen van nabetalingen aan de betrokken chauffeurs tot het niveau van de cao vanaf 1 januari 2017 tot de dag van dit vonnis en het verstrekken aan FNV van bewijzen van die nabetalingen binnen vier weken na dit vonnis;
III met een dwangsom als omschreven in de dagvaarding als niet wordt voldaan aan de veroordelingen onder I en II;
IV € 30.000 aan FNV te betalen als voorschot op de schadevergoeding als bedoeld in de artikelen 15 en 16 van de Wet cao;
VI met veroordeling van Visbeen in de proceskosten, met nakosten en wettelijke rente indien niet wordt voldaan aan de veroordeling.
3.2
Aan haar vordering legt FNV het volgende ten grondslag.
Visbeen is als werkgever gebonden aan de cao, omdat zij in Nederland is gevestigd en vergunningplichtig vervoer uitvoert. Het salaris van de Engelse chauffeurs volgens de arbeidsovereenkomsten, is lager dan dat volgens de cao.
Visbeen dient FNV de gevraagde gegevens te verstrekken op grond van artikel 78 van de cao. Visbeen is op grond van artikel 15 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst (verder de Wcao) schadevergoeding aan FNV verschuldigd waarop thans een voorschot wordt gevorderd.
3.3
Visbeen voert aan dat de Engelse chauffeurs niet onder de cao vallen, omdat niet Nederlands maar Engels recht op de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.

4.De beoordeling

4.1.
Spoedeisend belang
FNV is als partij bij de cao gerechtigd nakoming van de cao te vorderen. Een loonvordering, ook zoals die is ingesteld door FNV ten behoeve van de Engelse chauffeurs, is naar haar aard spoedeisend. Anders dan Visbeen bepleit, is bij een loonvordering geen sprake van een vorderingen die declaratoir van aard is en die, eenmaal toegewezen en uitgevoerd, niet meer is terug te draaien. De vorderingen kunnen dus in dit kort geding behandeld worden.
4.2
De toepasselijkheid cao ten aanzien van de Engelse chauffeurs
4.2.1
Beide partijen gaan uit van de toepasselijkheid van de EG verordening van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (verder aan te duiden als Rome I).
4.2.2
In de arbeidsovereenkomsten met de Engelse chauffeurs hebben partijen gekozen voor toepasselijkheid van Engel recht. Artikel 8 Rome I bepaalt:
“1. Een individuele arbeidsovereenkomst wordt beheerst door het recht dat de partijen overeenkomstig artikel 3 hebben gekozen. Deze keuze mag er evenwel niet toe leiden dat de werknemer de bescherming verliest welke hij geniet op grond van bepalingen waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken op grond van het recht dat overeenkomstig de leden 2, 3 en 4 van dit artikel toepasselijk zou zijn geweest bij gebreke van een rechtskeuze.
2. Voor zover het op een individuele arbeidsovereenkomst toepasselijke recht niet door de partijen is gekozen, wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land waar of, bij gebreke daarvan, van waaruit de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht. Het land waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht wordt niet geacht te zijn gewijzigd wanneer de werknemer zijn arbeid tijdelijk in een ander land verricht.
3. Indien het toepasselijke recht niet overeenkomstig lid 2 kan worden vastgesteld, wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land waar zich de vestiging bevindt die de werknemer in dienst heeft genomen.
4. Indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de overeenkomst een kennelijk nauwere band heeft met een ander dan het in lid 2 of lid 3 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing.”
4.2.3
Als er geen rechtskeuze zou zijn gemaakt, zou het recht van toepassing zijn van het land waar de Engelse chauffeurs gewoonlijk hun werk verrichten. Dit criterium is door de het Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2011:151) uitgelegd als volgt:
“in het geval waarin de werknemer zijn werkzaamheden in meer dan één verdragsluitende staat verricht, het land waar de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht in die zin van deze bepaling, dat is waar of van waaruit de werknemer, rekening gehouden met alle elementen die deze werkzaamheid kenmerken, het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens zijn werkgever vervult.”
Het Hof van Justitie acht bij de toetsing van dit criterium in de transportsector vooral van belang:
- in welke staat zich de plaats bevindt van waaruit de werknemer zijn transportopdrachten verricht, instructies voor zijn opdrachten ontvangt en zijn werk organiseert;
- de plaats waar zich de arbeidsinstrumenten bevinden;
- in welke plaatsen wordt het vervoer hoofdzakelijk verricht;
- in welke plaatsen worden de goederen gelost en naar welke plaats keert de werknemer na zijn opdrachten terug.
4.2.4
Vast staat dat de Engelse chauffeurs beschikken over een door Visbeen ter beschikking gestelde vrachtauto. Zij krijgen hun opdrachten van Visbeen uit Nederland en zij vertrekken van huis (in het Verenigd Koninkrijk) en keren daar na het werk terug steeds in deze vrachtauto. De goederen worden gelost in verschillende landen in Europa. In geschil is op welke plaatsen het vervoer hoofdzakelijk wordt verricht. Volgens FNV werken de Engelse chauffeurs voor 75% op het continent en 25% in het Verenigd Koninkrijk (dagvaarding onder 3). Visbeen heeft deze stelling gemotiveerd betwist door op basis van data uit de boardcomputers van de Engelse chauffeurs de gewerkte uren en gereden kilometers te berekenen (productie 4 Visbeen). Op basis van deze gegevens hebben de Engelse chauffeurs 70% van de kilometers in het Verenigd Koninkrijk gereden, wat 67% van de arbeidsduur betrof. In Nederland hebben deze chauffeurs 15% van de kilometers gereden en dat was 21% van de arbeidsduur. FNV heeft haar stelling niet nader onderbouwd. Op basis van de goed onderbouwde en niet door FNV weerlegde betwisting is het voorshands aannemelijk dat de gegevens uit de boardcomputers juist zijn.
4.2.5
De hiervoor weergegeven omstandigheden geven meer aanknopingspunten met het Verenigd Koninkrijk dan met Nederland, zodat aangenomen moet worden dat de bodemrechter op basis van deze gegevens zal oordelen dat Engels recht van toepassing zou zijn geweest als geen rechtskeuze zou zijn gedaan. Dat betekent dat de volgens Nederlands recht toepasselijke cao op deze chauffeurs niet van toepassing is. De vorderingen tot nakoming van de cao zullen dus worden afgewezen.
4.3
De verplichtingen uit artikel 78 van de cao
Nu de cao niet van toepassing is op de arbeidsovereenkomsten, heeft FNV ten aanzien van de Engelse chauffeurs geen recht op nakoming, zodat ook dit onderdeel van de vordering moet worden afgewezen.
4.4
Proceskosten
FNV wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Visbeen heeft bepleit om FNV in de volledige kosten van de procedure, door haar begroot op € 12.500 te vermeerderen met 21% BTW, te veroordelen. Dit verzoek wordt afgewezen, omdat een dergelijke veroordeling alleen mogelijk is, indien FNV misbruik heeft gemaakt van procesrecht of met de wijze van procederen onrechtmatig heeft gehandeld en daarvan is geen sprake in deze procedure. De kosten aan de zijde van Visbeen tot heden worden begroot op € 800,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter,
in kort geding:
wijst af het gevorderde;
veroordeelt FNV in de proceskosten, welke kosten tot heden aan de zijde van Visbeen worden begroot op € 800,00;
verklaart de kostenveroordeling in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
457