2.5.De vrouw legt onder meer de navolgende twee producties (twee verklaringen van haar ouders) over:
‘
VERKLARING VAN SCHENKING
1. a. De heer [vader van de vrouw] , geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedatum] , wonende te [woonplaats] aan het [adres] ,
b. [moeder van de vrouw] , geboren te [geboorteplaats] op
[geboortedatum] , hierna gezamenlijk tevens te noemen “de schenker”, en
2. [eiseres] geboren op [geboortedatum]
te [geboorteplaats] , thans wonende te [woonplaats] aan het
adres [adres] , dochter van de schenker,
hierna tevens te noemen “de begiftigde”
De schenker verklaart op 16 oktober 2006 een bedrag van eenentwintigduizend zevenhonderd euro (€ 21.700) te
hebben geschonken aan de begiftigde. De schenking heeft plaatsgevonden middels bankoverschrijving.
Begiftigde verklaart het bedrag als schenking te aanvaarden.
De schenker bepaalt, dat deze schenking en de vruchten daarvan en al hetgeen door belegging of herbelegging
daarvoor in de plaats wordt verkregen, nooit zullen vallen in enigerlei goederengemeenschap onder welke
benaming of titel dan ook, waarin de begiftigde is gerechtigd of later gerechtigd mocht worden, ten gevolge van
een huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap of enige andere samenlevings- of samenwoningsvorm, en dat deze schenking en vruchten daarvan en al datgeen wat door belegging of herbelegging daarvoor in de plaats wordt verkregen, niet bij enige verrekening terzake zullen worden betrokken. In afwijking van het hiervoor bepaalde wordt de waarde van de schenking en de vruchten daarvan wel in de verdeling of verrekening betrokken indien vorenbedoeld huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenleving van de begiftigde
eindigt door overlijden.
Aldus eerder mondeling overeengekomen en thans schriftelijk in tweevoud opgesteld en getekend te
Aarle-Rixtel, 23 december 2006.
(handtekening) (handtekening)
1.a. [vader van de vrouw] 2. [eiseres]
(handtekening)
1.b. mevrouw [moeder van de vrouw] ”
“Hierbij verklaren wij, [vader van de vrouw] en [moeder van de vrouw] ,
Dat wij op 10 oktober 2006 met onze dochter [eiseres] hebben afgesproken dat zij een
bankrekening op haar eigen naam zou openen.
Deze bankrekening was bedoeld om de schenking van ons aan haar, ad € 21.7000,- apart te houden van de
goederengemeenschap.
Vervolgens hebben wij op 16 oktober 2006 de schenking gedaan op deze persoonlijke bankrekening.
Aarle-Rixtel, 31 augustus 2015
[vader van de vrouw]
(handtekening)
[moeder van de vrouw]
(handtekening)”