ECLI:NL:RBROT:2018:6721

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 augustus 2018
Publicatiedatum
15 augustus 2018
Zaaknummer
556300 / HA RK 18-924
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid na einduitspraak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 augustus 2018 een wrakingsverzoek afgewezen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoekster op 1 augustus 2018, na een eerdere einduitspraak door de rechter in de bodemzaak op 15 juni 2018. De rechter, mr. A.J.L.M. van der Wildt, had in de bodemzaak een vonnis gewezen, waardoor de behandeling van de zaak was geëindigd. De wrakingskamer oordeelde dat het doel van wraking, namelijk de verzekering van de onpartijdigheid van de rechter, niet meer kon worden bereikt omdat de rechter al een einduitspraak had gedaan. De rechtbank concludeerde dat verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk was in haar verzoek tot wraking, en heeft het verzoek op die grond afgewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter mr. G.A.F.M. Wouters en de rechters mr. F.W. van Lottum en mr. A.A. Kalk, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 556300 / HA RK 18-924
Beslissing van 8 augustus 2018
op het verzoek van
[naam verzoekster],
wonende te [adres] ,
verzoekster,
strekkende tot wraking van:
mr. A.J.L.M. van der Wildt, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 1 (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

De rechter heeft in de door [naam BV] B.V. tegen verzoekster ingestelde civielrechtelijke vordering op 15 juni 2018 vonnis gewezen. Die procedure draagt als kenmerk 594247 CV EXPL 17-15478.
Bij brief van 1 augustus 2018 heeft verzoekster wraking van de rechter verzocht.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt het vonnis van 15 juni 2018:

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds een einduitspraak heeft gedaan omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2
Bij het vonnis van 15 juni 2018 heeft de rechter in de hiervoor omschreven procedure vonnis gewezen. Dat vonnis is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak door de rechter is geëindigd.
2.3
Het wrakingsverzoek is op 1 augustus 2018 en derhalve na de uitspraak van voormeld vonnis ingediend.
Uit het vorenstaande volgt dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Verzoeker is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechter. Het verzoek zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 9.1, aanhef en onder c, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot wraking van mr. A.J.L.M. van der Wildt wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, voorzitter, mr. F.W. van Lottum en mr. A.A. Kalk, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 augustus 2018 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.
Verzonden op:
aan:
- verzoekster
- mr. A.J.L.M. van der Wildt