ECLI:NL:RBROT:2018:6721
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- G.A.F.M. Wouters
- F.W. van Lottum
- A.A. Kalk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid na einduitspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 augustus 2018 een wrakingsverzoek afgewezen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoekster op 1 augustus 2018, na een eerdere einduitspraak door de rechter in de bodemzaak op 15 juni 2018. De rechter, mr. A.J.L.M. van der Wildt, had in de bodemzaak een vonnis gewezen, waardoor de behandeling van de zaak was geëindigd. De wrakingskamer oordeelde dat het doel van wraking, namelijk de verzekering van de onpartijdigheid van de rechter, niet meer kon worden bereikt omdat de rechter al een einduitspraak had gedaan. De rechtbank concludeerde dat verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk was in haar verzoek tot wraking, en heeft het verzoek op die grond afgewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter mr. G.A.F.M. Wouters en de rechters mr. F.W. van Lottum en mr. A.A. Kalk, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.