ECLI:NL:RBROT:2018:6715
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- W.M.P.M. Weerdesteijn
- A.A. Kalk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid na eindbeslissing
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 juli 2018 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. A.I. van Strien, senior rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek werd ingediend na een zitting op 12 juni 2018, waar de rechter een eindbeslissing had genomen in een andere procedure. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de rechter op het moment van indienen van het verzoek de zaak niet meer behandelde. De rechtbank benadrukte dat wraking bedoeld is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat dit doel niet meer kan worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen op grond van artikel 9.1 van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank.