ECLI:NL:RBROT:2018:6713
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- W.P.M. Jurgens
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 juli 2018 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen mr. P. Vlaswinkel, senior rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek volgde op een civiele procedure waarin de verzoeker op 20 maart 2018 een verzetdagvaarding had laten uitbrengen tegen een dwangbevel van het Pensioenfonds. De verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, omdat deze op 9 mei 2018 had besloten dat verdere stukken van partijen niet meer in behandeling zouden worden genomen, maar later het verzoek van de wederpartij om alsnog te mogen reageren had gehonoreerd. De verzoeker vond dat deze gang van zaken de schijn van partijdigheid wekte en dat hij hierdoor benadeeld werd.
De rechtbank oordeelde dat de rechter bevoegd was om terug te komen op zijn eerdere rolbeslissing en dat de afweging die de rechter had gemaakt, waarbij hij het belang van het Pensioenfonds zwaarder liet wegen dan het belang van de verzoeker bij een snellere voortgang van de procedure, niet ondeugdelijk of onbegrijpelijk was. De rechtbank benadrukte dat een voor een partij onwelgevallige beslissing op zichzelf geen grond voor wraking oplevert, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor het wrakingsverzoek en wees dit af.
De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is ondertekend door de rechters.