ECLI:NL:RBROT:2018:6711
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- W.P.M. Jurgens
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam op 12 juli 2018 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door mr. K.C. Mensink, advocaat van [naam BV], tegen mr. W.J. van den Bergh, rechter in de rechtbank Rotterdam. De wrakingsgrond was dat de rechter partijdig zou zijn geweest door niet aan de andere partijen te vragen waarom zij niet instemden met een uitstelverzoek van mr. Mensink. De wrakingskamer overwoog dat, hoewel het wellicht beter was geweest om deze vraag te stellen, dit niet voldoende was om te concluderen dat de rechter partijdig was. De rechter had zijn beslissing om het uitstelverzoek te honoreren gemotiveerd, en de wrakingskamer kon niet vaststellen dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat een onwelgevallige beslissing van een rechter op zichzelf geen grond voor wraking oplevert. De beslissing van de wrakingskamer was dat de aangevoerde gronden niet voldoende waren om het verzoek tot wraking te gegrond te verklaren, en het verzoek werd dan ook afgewezen.