ECLI:NL:RBROT:2018:6661

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 mei 2018
Publicatiedatum
13 augustus 2018
Zaaknummer
C/10/548237 / KG ZA 18-361
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inzage in beslaggenomen bescheiden in kort geding tussen Casafruit B.V. en Med Green Import B.V.

In deze zaak, die op 17 mei 2018 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vorderde Casafruit B.V. inzage in bescheiden die in beslag waren genomen van Med Green Import B.V. in het kader van een conservatoir bewijsbeslag. Casafruit, die zich bezighoudt met de im- en export van fruit, had een overeenkomst gesloten met de Marokkaanse coöperatie Copag en Prim'Atlas, waarin exclusiviteit was afgesproken voor de verkoop van hun producten. Casafruit stelde dat Med Green, die ook actief is in de fruitsector, zich niet aan deze exclusiviteit hield en vorderde inzage in de bescheiden om haar vordering te onderbouwen. Med Green voerde verweer en stelde dat de vordering van Casafruit niet rechtmatig was, omdat zij niet betrokken was bij de overeenkomst tussen Casafruit en Copag. De voorzieningenrechter oordeelde dat Casafruit niet voldoende rechtmatig belang had bij de gevorderde inzage, omdat de belangen van Med Green, waaronder de bescherming van vertrouwelijke informatie, zwaarder wogen. De vorderingen van Casafruit werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. In reconventie werden de vorderingen van Med Green eveneens afgewezen, met veroordeling van Med Green in de proceskosten van Casafruit.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/548237 / KG ZA 18-361
Vonnis in kort geding van 17 mei 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASAFRUIT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.P.M. Borsboom te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MED GREEN IMPORT B.V.,
gevestigd te Bleiswijk,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A.J. Dolk te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Casafruit en Med Green genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 17 april 2018, met producties 1 t/m 40,
  • de mondelinge behandeling ter openbare zitting van 3 mei 2018,
  • de aanvullende producties 41 t/m 49 van Casafruit, toegezonden bij brief van 1 mei 2018,
  • de pleitnota van Casafruit,
  • de pleitnota van Med Green tevens eis in reconventie,
  • de pleitaantekeningen van Casafruit in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Casafruit houdt zich bezig met de im- en export van en de groothandel in fruit. [persoon 1] is de (indirect) bestuurder en tevens (indirect) meerderheidsaandeelhouder van Casafruit.
2.2.
In september 2014 heeft Casafruit met de (landbouw)coöperatie naar Marokkaans recht Coóperatieve Agricole Copag Taroudant (verder: Copag) en de vennootschap naar Marokkaanse recht Prim’Atlas (verder: Prim’Atlas) een overeenkomst gesloten getiteld Marketing and Sales Agreement (verder: de MSA).
2.3.
De MSA bevat de volgende relevante bepalingen:
“This Marketing and Sales Agreement (“this Agreement”) is made and effective as of October 1, 2014 (the “Effective Date’) […]
[…]
1. On the terms and conditions contained herein, COPAG and PRIM'ATLAS hereby
appoint CASAFRUIT as the sole and exclusive agent for the marketing and sale of all the fruit and vegetables produced and/or marketed by COPAG and/or PRIM'ATLAS ("Products") to each of the following companies and all of their affiliated domestic and foreign companies and enterprises, which shall be referred to individually as a “Company” and collectively as “the Companies”
(a) […]
(b) […]
(c) […]
[…]
(m) De Groot Int./Jumbo
(n) […]
This agreement is also valid if Casafruit add new clients.
CASAFRUIT hereby accepts such appointment.
[…]
3.
CASAFRUIT shall provide its services under this Agreement for the account and risk of COPAG and PRIM’ATLAS. In consideration of the said senrices, COPAG and PRIM’ATLAS shall pay to CASAFRUIT a commission of 7% (seven percent) calculated on the gross proceeds realized in respect of the sale ofthe Products to the Companies.
[…]
5.
The initial term of this Agreement shall commence on the Effective Date and shall continue in full force and effect for a period of five years and ten months, i.e. until
August 1, 2020. […]
[…]
7.
for each viation of the rights granted to CASAFRUIT in this Agreement, i.e. for each time COPAG or PRIM’ATLAS during the term of this Agreement either directly of indirectly sells or delivers or makes available Products to any Company other than through CASAFRUIT, COPAG or PRIM’ATLAS shall, without the need for any demand or other prior notification, be liable to pay to CASAFRUIT an immediately payable penalty of € 150,000 (one hundred fifly thousand euros) plus statutory interest from the date of each violation until the date on which payment is made in full. The penalty and the statutory interest shall be due to CASAFRUIT without prejudice to all other rights or claims, including but not limited to its right
to compensation as provided for by law.
[…]
10.
This Agreement shall be governed by and construed in accordance with the laws of the Netherlands.
11. […].
[…]. All disputes arising in connection with this Agreement which cannot be resolved amicably shall be finally settled in accordance with the Arbitration Rules of the Netherlands Arbitration Institute. […].
[…]”
2.4.
De MSA is namens Copag en Prim’Atlas ondertekend door [persoon 2] . [persoon 2] is president van Copag en Prim’Atlas en houdt (een deel van) de aandelen in deze vennootschappen. Tevens is hij president en meerderheidsaandeelhouder van de vennootschap naar Marokkaans recht Mazaria S.A.R.L. (verder: Mazaria).
2.5.
Voor Copag loopt het verkoopseizoen ieder jaar vanaf oktober tot en met juni. Voor Mazaria loopt het verkoopseizoen ieder jaar vanaf februari tot en met juni.
2.6.
Sinds 29 juni 2017 houdt Mazaria 40% van de aandelen in Casafruit.
2.7.
Vanaf 18 september 2017 heeft Casafruit herhaaldelijk doch tevergeefs Copag, Prim’Atlas en Mazaria om informatie ten behoeve van het komende seizoen gevraagd.
2.8.
Bij e-mail van 25 september 2017 heeft Med Green De Groot Internationaal benaderd en daarbij onder meer medegedeeld dat zij al negen jaar met Copag werkt.
2.9.
Op 14 oktober 2017 heeft Copag een verklaring uitgegeven, die luidt – voor zover hier van belang – :
“PARTNERSHIP BETWEEN LA COOPERATIVE AGRICOLE COPAG AND MED GREEN NETHERLAND 2017/2018
By this document we inform you that LA COOPERATIVE AGRICOLE COPAG, […] has bestowed upon MED GREEN company, [...] the power to represent and/or negotiate the sales of its produce (during this season 2017-2018).”
Op dezelfde dag heeft Mazaria een gelijkluidende verklaring uitgegeven, met dien verstande dat op de plaats van de naam van Copag de naam van Mazaria staat.
2.10.
Bij brief van 25 december 2017 is Casafruit namens Copag gesommeerd tot betaling van € 1.766.787,95 en 2.5888.080,12 US dollars en 748,81 Britse ponden uit hoofde van door Copag aan Casafruit verkocht fruit in het seizoen 2016/2017.
2.11.
Bij e-mail en (fax)brief van 28 december 2017 aan Copag, Prim’Atlas, Mazaria en [persoon 2] heeft Casafruit – voor zover hier van belang – medegedeeld:
“[…]
Since a couple of months you have left your business partner Casafruit completely in the cold. This is all the more unacceptable because Casafruit is totally dependent on your supplies.
On behalf of Casafruit I hereby terminate (ontbind) (for the future) both the Marketing and Sales Agreement concluded in September 2014 between Copag and Prim’Atlas of the one part and Casafruit of the other part, to which agreement Mazaria must be deemed to have become a party, and any other mandate (overeenkomst van lastgeving) existing between Copag and/of Prim’Atlas and/or Mazaria as mandators(s) and Casafruit as mandatory.
[…]
As fort he letter of 25 December 2017 sent on behalf of Copag […]”
  • Copag has not sold fruit and vegetables to Casafruit;
  • Copag had had its fruits and vegetables sold by Casafruit as its agent (mandatory);
  • […]
  • Casafruit disputes Copag’s claim;
  • […]
[…]”
2.12.
Bij beschikking van 17 januari 2018 (zaaknummer / rekestnummer C 10/542770 / KG RK 18-64) heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam in de zaak van Casafruit tegen Med Green – samengevat – op verzoek van Casafruit verlof verleend tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag onder Med Green, met benoeming van DigiJuris B.V. tot gerechtelijk bewaarder. De termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak is daarbij bepaald op vier weken na de datum van het (eerst gelegde) beslag.
2.13.
Met dat verlof heeft Casafruit op 21 maart 2018 conservatoir bewijsbeslag onder Med Green doen leggen, waarbij – zo vermeldt het door de deurwaarder opgemaakte proces-verbaal van beslaglegging – om praktische redenen door automatiseringsdeskundigen forensisch kopieën zijn gemaakt van vier in dat proces-verbaal omschreven systemen en het conservatoir bewijsbeslag op die forensisch kopieën is gelegd.
2.14.
Op 24 april 2018 heeft Casafruit bij het secretariaat van het Nederlands Arbitrage Instituut een aanvraag ingediend voor arbitrage in een geschil tussen haar en Copag en Prim’Atlas.

3.Het geschil in conventie

3.1.
Casafruit vordert – samengevat –:
1. primair:
a. Med Green te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis toe te staan en te gedogen dat een (toegevoegd) gerechtsdeurwaarder, zo nodig bijgestaan door een of meer ICT-specialisten/ computerdeskundigen van DigiJuris inzage neemt in de bescheiden op de inbeslaggenomen zaken, en daaruit aan de hand van relevante zoektermen en een visuele inspectie selecteert:
alle bescheiden, waaronder maar niet beperkt tot:
- correspondentie;
- e-mails, onder meer afkomstig van en verstuurd aan:
i. Copag, Mazaria en Prim’Atlas, die onder meer gebruik maken van de negentien in het petitum van de dagvaarding vermelde e-mailadressen;
ii. de in het petitum van de dagvaarding vermelde 180 klanten van Casafruit en de aan deze klanten gelieerde vennootschappen (de klanten)
waarbij voor wat de klanten betreft mag worden geselecteerd op namen:
(a) met en zonder leestekens, zoals een komma of een punt:
(b) met en zonder andere tekens, zoals de volgende: ( ) & /; en
(c) met en zonder de vermelding van de rechtsvorm, zoals: B.V., Ltd. enz;
- overeenkomsten;
- lijsten met klanten van Casafruit (al dan niet in de vorm van een Pdf-document genaamd “clients Casafruit”);
- offertes;
- orderbevestigingen;
- facturen:
- cognossementen (bills of lading);
- fytosanitaire certificaten;
- betalingsbewijzen;
een en ander met betrekking tot:
(1) de verkoop en/of de levering en/of de terbeschikkingstelling van producten van Copag en/of Mazaria aan de klanten door tussenkomst van Med Green en/of
(2) de betaling van genoemde producten door de klanten;
en wel over de periode vanaf 1 september 2017 tot en met 28 december 2017;
te bepalen dat de deurwaarder de door hem gemaakte selectie van de bescheiden (de selectie) ter hand stelt aan Med Green;
Med Green te veroordelen om toe te staan en te gedogen dat de deurwaarder veertien dagen na de ter hand stelling van de selectie, Casafruit inzage en afschrift verstrekt van de selectie
subsidiair:
Casafruit toe te staan inzage te nemen in en afschriften te krijgen van de relevante bescheiden op de inbeslaggenomen zaken op een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen wijze;
2. Med Green te veroordelen in de kosten van het geding te vermeerderen met
a) wettelijke rente indien Med Green niet binnen twee weken na dagtekening vonnis tot betaling is over gegaan;
b) de nakosten, eveneens te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Med Green voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
Med Green vordert samengevat - :
het door Casafruit ten laste van Copag c.s. gelegde bewijsbeslag inclusief de gedetailleerde beschrijving en de bewaring volledig en onmiddellijk op te heffen;
Casafruit te bevelen, met onmiddellijke ingang vanaf de dag van betekening van het
vonnis, alle voor de opheffing nodige maatregelen te treffen en te bewerkstelligen dat de in bewaring gegeven materialen en alle kopieën daarvan onmiddellijk aan Med Green worden geretourneerd op een wijze die de vertrouwelijkheid van de materialen en de kopieën daarvan voldoende waarborgt, zulks op straffe van een dwangsom;
Casafruit te bevelen zich te onthouden van iedere poging om toegang te verkrijgen tot
informatie die beslagen is in de context van of betrekking heeft op het bewijsbeslag en de gedetailleerde beschrijving en kopieën daarvan, in afwezigheid van een bevel van een Nederlandse rechtbank die de criteria van artikel 843a Rv heeft toegepast, op straffe van een dwangsom;
Casafruit te bevelen zich te onthouden van het verzoeken om en/of tenuitvoerleggen van
eenzijdige maatregelen terzake jegens Med Green, op straffe van een dwangsom; Subsidiair:
het door Casafruit ten laste van Copag c.s. gelegde bewijsbeslag onmiddellijk op te heffen voor zover het bewijsbeslag ziet op (bewijs)materiaal dat niet duidelijk en zonder de minste twijfel betrekking heeft op het beweerdelijk schenden van de door Casafruit door Copag c.s. gestelde schending van exclusiviteit en/of bewijsmateriaal en/of
bewijsmateriaal dat Casafruit reeds op andere wijze heeft verkregen of had kunnen verkrijgen dan middels een bewijsbeslag, althans een gedeeltelijke opheffing van het
beslag op een door de voorzieningenrechter te bepalen wijze;
Casafruit te bevelen, met onmiddellijke ingang vanaf de dag van betekening van het
vonnis, te bewerkstelligen, dat het beslagen bewijsmateriaal (geheel of voor het gedeelte resterend na een gedeeltelijke opheffing), op een adequate wijze te doen vernietigen en daarvan deugdelijk bewijs bij te brengen op straffe van een dwangsom;
Meer subsidiair:
te bepalen, dat het bewijsbeslag alleen (geheel of gedeeltelijk) kan worden gehandhaafd indien Casafruit, op de voet van artikel 701 Rv, binnen zeven dagen na betekening van het door de voor zieningenrechter te wijzen vonnis, zekerheid stelt in de vorm van een bankgarantie van een bekende en gerespecteerde Nederlandse bank ten bedrage van
€ 20.000.000,-- voor de schade die Med Green heeft geleden en nog zal (kunnen) lijden als gevolg van het gelegde bewijsbes lag en de bewaring;
Dit alles met veroordeling van Casafruit in de kosten van het geding, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
4.2.
Casafruit voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie

5.1.
Een vordering op de voet van artikel 843a Rv dient betrekking te hebben op bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarbij degene die de bescheiden vordert partij is. Niet vereist is dat degene tegen wie de vordering is gericht partij is bij de in de bepaling bedoelde rechtsbetrekking. Het feit dat niet Med Green maar Copag, Prim’Atlas, Manzaria en/of [persoon 2] partij zijn bij de rechtsbetrekking waarop Casafruit haar vordering ex artikel 843a Rv baseert, doet er daarom niet aan af dat die vordering tegen Med Green als procespartij kan worden ingesteld. Het beslagrekest waarop het verlof tot het leggen van het onderhavig conservatoir bewijsbeslag is verleend is tegen Med Green gericht en de bescheiden waarop het beslag is gelegd zijn van Med Green, zodat Med Green als de beslagene dient te worden aangemerkt. Dit betekent dat de eis in de hoofdzaak niet, zoals Med Green veronderstelt, tegen Copag, Prim’Atlas, Manzaria en/of [persoon 2] dient te worden ingesteld, maar tegen Med Green en dat artikel 721 Rv niet van toepassing is.
5.2.
De eis in de hoofdzaak kan ook een vordering in kort geding zijn. De inleidende dagvaarding voor dit kort geding is op 17 april 2018 aan Med Green betekend, zijnde binnen vier weken na het leggen van het conservatoir bewijsbeslag. Hieruit volgt dat de eis in de hoofdzaak tijdig is ingesteld. Het beroep van Med Green op het verval van het conservatoir bewijsbeslag door overschrijding van de door de voorzieningenrechter bij het beslagverlof gestelde termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak faalt daarom. Hetzelfde geldt voor haar beroep op nietigheid van het beslag vanwege het ontbreken van overbetekening als bedoeld in artikel 721 Rv.
5.3.
Op basis van artikel 843a lid 1 Rv gelden voor de toewijsbaarheid van een vordering tot inzage in en/of afgifte van bescheiden de volgende drie cumulatieve vereisten:
er moet sprake zijn van een rechtmatig belang,
het moet gaan om bepaalde bescheiden, en
er moet sprake zijn van een rechtsbetrekking waarin degene die inzage en/of afgifte vordert partij is.
Wanneer aan al deze voorwaarden is voldaan, moet de vordering tot inzage en/of afgifte op grond van lid 4 van voormelde bepaling desalniettemin worden afgewezen indien (1) daarvoor gewichtige redenen zijn of (2) redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.
5.4.
De rechtsbetrekking waarop Casafruit haar vordering baseert is (de boeteclausule in) de MSA. Daarbij stelt Casafruit dat Copag en Prim’Atlas partij zijn bij de MSA en dat Mazaria die boeteclausule tegen zich moet laten gelden. Copag, Prim’Atlas en Mazaria (verder: Copag c.s.) zijn geen partij in dit kort geding en Med Green was niet betrokken bij de MSA en behoeft geen weet van het geschil tussen Casafruit en Copag c.s. te hebben. Verder is van belang dat uit de stellingen van Casafruit volgt dat de gevorderde afgifte en inzage niet dient om de gestelde rechtsbetrekking aan te tonen, maar om het aantal boetes aan te tonen dat Copag c.s. op grond van de boeteclausule heeft verbeurd wegens schending van de overeengekomen exclusiviteit. Dit alles betekent dat van Med Green slechts een beperkte motivering van haar betwisting van de gestelde rechtsbetrekking kan worden verwacht en dat bij de beantwoording van de vraag of de gestelde rechtsbetrekking voldoende aannemelijk is groot gewicht toekomt aan de bescheiden die Casafruit ter staving van haar stellingen in het geding heeft gebracht.
5.5.
Niet in geschil is dat Casafruit en Copag en Prim’Atlas partij zijn bij de MSA. Voorts is voldoende aannemelijk dat de MSA heeft voortbestaan tot de buitengerechtelijke ontbinding door Casafruit bij e-mail en fax(brief) van 28 december 2017. Immers, uit de door Casafruit overgelegde correspondentie in de periode van 18 september 2017 tot en met 28 december 2017 blijkt dat Casafruit bij herhaling Copag en Prim’Atlas heeft verzocht om informatie ten behoeve van het komende seizoen en dat daarop slechts is gereageerd met verzoeken om betaling zonder enig beroep op beëindiging van de MSA te doen. Voorts is op grond van de artikelen 1 en 3 van de MSA vooralsnog niet aannemelijk dat Casafruit koopsommen voor fruit aan Copag is verschuldigd en Copag uit dien hoofde een opschortingsrecht zou toekomen.
5.6.
Casafruit stelt dat Mazaria de boeteclausule tegen zich moet laten gelden omdat zij en Copag met elkaar kunnen worden vereenzelvigd, Copag geacht kan worden bij het sluiten van de MSA mede namens Mazaria te hebben gehandeld, althans dat Mazaria geacht kan worden tot de MSA te zijn toegetreden. Uitgangspunt is echter dat Mazaria een zelfstandig rechtspersoon is die in beginsel slechts kan worden gebonden door een met dat doel voor haar optredende bestuurder. Uit de overgelegde producties blijkt niet meer dan dat Prim’Atlas op 1 februari 2017 mede namens Mazaria een e-mail heeft verzonden over de bevoegdheden van de heer [persoon 1] en dat op dozen van Copag stickers met de naam van Mazaria als exporter group en packinghouse/station staan. Dit biedt onvoldoende basis om één van de door Casafruit gestelde gronden voor gebondenheid van Mazaria aan de boeteclausule in de MSA aan te kunnen nemen. Slechts de gestelde rechtsbetrekking tussen Casafruit en Copag en Prim’Atlas is daarom thans voldoende aannemelijk.
5.7.
Casafruit stelt dat de in artikel 1 van de MSA overeengekomen exclusiviteit geldt voor de in het petitum van de dagvaarding vermelde 180 klanten. Die lijst met 180 klanten bestaat, zo stelt Casafruit, uit de veertien in artikel 1 van de MSA opgesomde klanten, negentien bestaande klanten van Copag waarvoor Casafruit met ingang van 1 oktober 2016 als exclusieve lasthebber van Copag is gaan optreden en daarmee onder het bereik van de MSA zijn komen te vallen, en voor het overige uit nieuwe klanten die door Casafruit zijn aangebracht. Behoudens ten aanzien van de veertien in artikel 1 van de MSA opgesomde klanten vindt dit onvoldoende steun in de door Casafruit overgelegde producties. Immers, artikel 1 van de MSA vermeldt dat de overeenkomst tevens geldt voor door Casafruit nieuw aangebrachte klanten. Dat de negentien bestaande klanten waarvoor Casafruit, zoals zij stelt, vanaf 1 oktober 2016 als exclusief lasthebber van Copag is opgetreden onder het bereik van de MSA zijn gaan vallen kan daarom slechts worden aangenomen indien blijkt van de daartoe bestaande wil van Copag. Uit de door Casafruit overlegde producties blijkt daar niet van. Evenmin kan uit de door haar overgelegde producties worden afgeleid dat de overige klanten door Casafruit nieuw bij Copag en/of Prim’Atlas zijn aangebracht. Daarom is op dit moment slechts voldoende aannemelijk dat de door Casafruit gestelde exclusiviteit op grond van de MSA geldt voor de veertien in artikel 1 van de MSA vermelde klanten.
5.8.
Op grond van de door Casafruit overgelegde correspondentie met Copag is voldoende aannemelijk dat Copag in het in oktober 2017 gestarte seizoen geen gebruik heeft gemaakt van de diensten van Casafruit. Uit de e-mail van de Med Green aan De Groot Internationaal van 25 september 2017 blijkt dat zij heeft gepoogd deze klant, die één van de veertien in artikel 1 van de MSA genoemde klanten is, onder verwijzing naar haar relatie met Copag te werven. Verder vermeldt de door Copag uitgegeven verklaring van 14 oktober 2017 uitdrukkelijk dat Med Green bevoegd is om Copag te vertegenwoordigen en/of voor haar te onderhandelen bij de verkoop van haar producten in het seizoen 2017-2018. Dat dit, zoals Med Green aanvoert, slechts inhoudt dat Copag er geen bezwaar tegen heeft dat Med Green van hen ingekochte dozen met fruit of groente met het opschrift Copag vervolgens verkoopt, is zonder bescheiden die dat staven niet aannemelijk. Dergelijke bescheiden heeft Med Green niet overgelegd, zodat aangenomen kan worden dat zij bevoegd is om in het seizoen 2017-2018 namens Copag producten te verhandelen.
5.9.
Het vorenstaande maakt aannemelijk dat Casafruit belang heeft bij inzage in en afschrift van bescheiden in de administratie van Med Green om haar vordering tot betaling van verbeurde boetes op Copag en Prim’Atlas te onderbouwen en met bescheiden te staven. Dat betekent echter niet dat ook voldoende aannemelijk is dat Casafruit een rechtmatig belang bij de gevorderde inzage en afgifte heeft. Immers, het bestaan van dat rechtmatig belang is mede afhankelijk van de daarmee gemoeide belangen van Med Green. Bovendien geldt dat bij het aanvaarden van een medewerkingsplicht van Med Green de nodige terughoudendheid dient te worden betracht, omdat voor een derde, die noch partij is bij het geschil, noch partij is bij de materiële rechtsverhouding waarin de gevorderde bescheiden dienen te worden ingebracht, een medewerkingsplicht minder voor de hand ligt.
5.10.
Tot de in aanmerking te nemen belangen van Med Green behoren haar belang bij waarborging van bescherming van vertrouwelijke informatie, maar ook in het bijzonder om verschoond te blijven van, althans niet onnodig bij herhaling te worden belast met, de ingrijpende maatregel die een verplichting tot inzage in en afgifte van bescheiden uit haar administratie is. Daarbij is van belang of Casafruit ook andere effectieve, maar voor Med Green minder belastende manieren tot bewijsgaring ten dienste staan.
5.11.
In haar beslagrekest heeft Casafruit gesteld dat het voor haar niet mogelijk is om in Marokko bewijsbeslag te leggen onder Copag c.s. Dat Casafruit, zoals Med Green aanvoert, daarmee de voorzieningenrechter onjuist heeft geïnformeerd is vooralsnog niet aannemelijk. Immers, de artikelen 11 en 138 van het Marokkaanse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering waarop Med Green zich beroept bevatten geen met bewijsbeslag vergelijkbare conservatoire maatregel, maar geven slechts de Marokkaanse rechter de bevoegdheid om in een aanhangige procedure overlegging van bescheiden door een partij of een derde te bevelen. Gelet op de in artikel 11 van de MSA neergelegde forumkeuze kan bovendien niet worden ingezien dat die bepalingen Casafruit in haar geschil met Copag en Prim’Atlas kunnen baten. Dat Casafruit heeft nagelaten die bepalingen in haar beslagrekest te vermelden kan daarom niet als een schending van artikel 21 Rv worden gezien.
5.12.
Casafruit stelt dat van haar in redelijkheid niet kan worden verlangd om haar klanten als getuigen te horen. Zij gaat daarbij echter uit van het aantal van 180 klanten. Dat dit ook geldt indien de exclusiviteit onder de MSA is beperkt tot de veertien in artikel 1 van de MSA vermelde klanten, kan niet zonder meer worden ingezien en is niet door Casafruit toegelicht. Aannemelijk is echter wel dat getuigenverhoren minder betrouwbare informatie zal opleveren over het aantal transacties die tussen 1 september 2017 en 28 december 2017 zijn gedaan en onder de exclusiviteit van artikel 1 van de MSA vallen dan een onderzoek in de administratie van Copag, Prim’Atlas en hun lasthebbers in die periode, zoals Med Green.
5.13.
Het belang van Med Green dat wordt voorkomen dat zij op verschillende momenten inzage in en afgifte van bescheiden met betrekking tot verschillende klanten moet verstrekken, brengt mee dat er voordat tot inzage en afgifte van bescheiden uit haar administratie wordt overgegaan duidelijkheid komt over de klanten die, naast de veertien in artikel 1 van de MSA genoemde klanten, onder de in de MSA overeengekomen exclusiviteit vallen. Omdat het kort geding zich daarvoor niet leent zal het nader onderzoek daar naar in de door Casafruit aangevraagde arbitrageprocedure dienen te plaats te vinden. Daarbij dient mede in aanmerking te worden genomen dat, ook volgens Casafruit, een deel van de bescheiden die Casafruit nodig heeft om haar vordering te onderbouwen zich tevens in de administratie van Copag en Prim’Atlas bevindt. De kans dat die bescheiden in de aangevraagde arbitrageprocedure op verlangen van Casafruit en zonodig door tussenkomst van de te benoemen arbiter kunnen worden verkregen, komt voorshands niet irreëel voor.
5.14.
Uit het vorenstaande volgt dat eerst in de loop van de arbitrageprocedure duidelijk zal worden of en in hoeverre van Med Green medewerking aan inzage en afgifte in bescheiden uit haar administratie verlangd kan worden om de vordering tot betaling van verbeurde dwangsommen te staven.
5.15.
Niet aannemelijk is dat er sprake is van een fishing expedition zoals Med Green aanvoert. Op zich zijn de bescheiden die Casafruit vordert – mede gelet op de beperking in het tijdvak van 1 september 2017 en 28 december 2017 en de beperkingen onder (1) en (2) van de primaire vordering – voldoende bepaald. Niet aannemelijk is echter dat alle gevorderde bescheiden nodig zijn om het aantal overtredingen van de exclusiviteit op grond van artikel 1 MSA te kunnen vast stellen. Dat cognossementen (bills of lading) en fytosanitaire certificaten daarvoor nodig zijn valt niet zonder meer in te zien en is door Casafruit ook niet toegelicht.
5.16.
Bij al het vorenstaande komt dat Casafruit en Med Green concurrenten van elkaar zijn, zodat op het moment dat het tot inzage en afgifte komt dient te worden gewaarborgd dat haar bedrijfsgevoelige informatie, zoals prijzen, betalingscondities, de leveringsvoorwaarden en namen van tussenpartijen, zoals vervoerders, waarmee Med Green werkt, dienen te worden afgeschermd. Het komt voor dat dit geen werkzaamheden zijn die op weg liggen van de deurwaarder of de automatiseringsdeskundigen van DigidJuris, zodat uiteindelijk de inschakeling van een onafhankelijke deskundige nodig is om de voor de vaststelling van het aantal overtredingen benodigde gegevens te selecteren.
5.17.
Het vorenstaande leidt er toe dat niet voldoende aannemelijk is dat Casafruit op dit moment een rechtmatig belang bij de gevorderde inzage en afgifte heeft en dat de vorderingen dienen te worden afgewezen. Immers, nu op dit moment geen rechtmatig belang bij de gevorderde inzage en afgifte kan worden aangenomen, ontbreekt ook een spoedeisend belang bij de gevorderde selectie van bescheiden.
5.18.
Casafruit zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Med Green worden begroot op:
  • griffierecht € 1.950,00
  • salaris advocaat
totaal € 3.930,00.
De door Med Green gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. De door Med Green gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten zal worden toegewezen als na te melden.

6.De beoordeling in reconventie

6.1.
Zoals in conventie is overwogen is geen sprake van overschrijding van de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak of verzuim van overbetekening van die eis aan Med Green als derde (r.o. 5.1 en 5.2) of schending van artikel 21 Rv in het beslagrekest (r.o. 5.11).
6.2.
Volgens art. 705 lid 2 Rv dient het beslag te worden opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt. Dit brengt mee dat het in de eerste plaats op de weg ligt van degene die de opheffing vordert om met inachtneming van de beperkingen van de voorzieningenprocedure aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk of onnodig is (HR 14 juni 1996, NJ 1997/481). Er zal evenwel beslist moeten worden aan de hand van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen, waarbij dient te worden beoordeeld of het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag op grond van de door deze naar voren gebrachte omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag. De Hoge Raad heeft hier aan toegevoegd dat een conservatoir beslag naar zijn aard ertoe strekt om te waarborgen dat, zo een vooralsnog niet vaststaande vordering in de bodemprocedure wordt toegewezen, verhaal mogelijk zal zijn, terwijl de beslaglegger bij afwijzing van de vordering zal kunnen worden aangesproken voor de door het beslag ontstane schade.
6.3.
Op grond van hetgeen in conventie is overwogen is niet summierlijk gebleken van de ondeugdelijkheid van het door Casafruit onder Med Green gelegd bewijsbeslag. Immers, er is een gerede kans dat in een later stadium zal blijken dat van Med Green medewerking aan de gevorderde inzage en afgifte van bescheiden in haar administratie of medewerking aan een deskundigenonderzoek daarin kan worden verlangd. Verder leidt een afweging van de wederzijdse belangen er toe dat het belang van Casafruit bij handhaving van het bewijsbeslag onder deze omstandigheden zwaarder dient te wegen dan het belang van Med Green bij opheffing. Immers, de door Casafruit gestelde vrees voor verduistering is niet door Med Green bestreden en uit de door Med Green gestelde zware overlast, die haar bedrijf en haar medewerkers ten tijde van het leggen van het bewijsbeslag ondervond, volgt dat zij belang heeft bij het vermijden van een nieuwe beslaglegging.
6.4.
In het beslagverlof is opgenomen dat de deurwaarder/gerechtelijk bewaarder, behoudens toestemming van Med Green of een nader rechterlijk bevel, van de in beslag te nemen zaken geen inzage geeft of anderszins informatie omtrent de inhoud ter kennis van Casafruit of derden verstrekt. Zonder nadere toelichting, die Med Green niet heeft gegeven, valt daarom niet in te zien dat Med Green belang heeft bij het onder C gevorderde bevel.
6.5.
Voor een bevel aan Casafruit om zich te onthouden van verzoeken om en/of tenuitvoerleggen van eenzijdige maatregelen jegens Med Green ontbreekt een rechtsgrond, zodat de daartoe strekkende vordering D dient te worden afgewezen.
6.6.
De onder E gevorderde gedeeltelijke opheffing vereist dat door Casafruit of een derde kennis wordt genomen van de inhoud van het onder Med Green inbeslaggenomen materiaal. Med Green verzet zich echter tegen die kennisname door Casafruit. Bovendien is, zoals onder 5.16 is overwogen, met het oog op de bedrijfsgevoelige informatie aannemelijk dat de inschakeling van een onafhankelijk deskundige nodig is. Daarvoor is in het kader van dit kort geding geen plaats, zodat ook vordering E dient te worden afgewezen. Ten overvloede wijst de voorzieningenrechter partijen er op dat het hen vrij staat, om al dan niet in het kader van een beperking van het bewijsbeslag, in onderling overleg een deskundige aan te wijzen die de door partijen aan te wijzen gegevens selecteert en aan Casafruit afgeeft dan wel in afwachting van een rechterlijk bevel bij de gerechtelijk bewaarder laat.
6.7.
Voor het onder F gevorderde bevel tot vernietiging van het beslagen bewijsmateriaal ontbreekt, gelet op het vorenstaande, een rechtsgrond.
6.8.
Med Green stelt dat zij schade zal ondervinden wegens schending van haar bedrijfsgeheimen indien informatie uit het beslagen materiaal zonder haar goedkeuring bij Casafruit of derden terecht komt. Tevens stelt zij dat het beslagen materiaal persoonsgegevens bevat en dat zij op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming een boete van € 20.000.000,- kan krijgen zodra die gegevens zich zonder wettelijke grondslag bij de deurwaarder en DigiJuris bevinden. Uit het één noch het ander volgt een voldoende reële kans op schade om aan de handhaving van het bewijsbeslag de voorwaarde van zekerheidstelling te verbinden. Vordering sub G dient daarom afgewezen te worden.
6.9.
Het vorenstaande leidt tot afwijzing van alle vorderingen. Med Green zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Casafruit worden begroot op nihil aan verschotten en € 490,00 aan salaris van de advocaat.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Casafruit in de proceskosten, aan de zijde van Med Green tot op heden begroot op € 3.930,00, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en – voor het geval voldoening van de kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
veroordeelt Casafruit in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Casafruit niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
in reconventie
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Med Green in de proceskosten, aan de zijde van Casafruit tot op heden begroot op € 490,00;
verder in conventie en in reconventie
verklaart dit vonnis ten aanzien van de veroordelingen in de proces- en nakosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima en bij haar afwezigheid door mr. A.F.L. Geerdes ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2018.
2515/ 1659