ECLI:NL:RBROT:2018:6412
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 augustus 2018 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding. Verzoekster, vertegenwoordigd door een gemachtigde die werkzaam is als juridisch medewerkster bij een advocatenkantoor, heeft een verzoek ingediend om verweerder, de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, te veroordelen in de proceskosten na het intrekken van haar beroep tegen een aanslag bedrijfsreinigingsrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde niet kan worden aangemerkt als beroepsmatig rechtsbijstandverlener, omdat zij op persoonlijke titel heeft opgetreden en niet heeft aangetoond dat haar werkzaamheden een duurzaam karakter hebben en gericht zijn op het vergaren van inkomen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de kosten voor het verzenden van aangetekende brieven niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat deze niet onder de relevante wetgeving vallen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, maar heeft zij wel bepaald dat het door verzoekster betaalde griffierecht van € 46,- door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.