ECLI:NL:RBROT:2018:6383

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juni 2018
Publicatiedatum
2 augustus 2018
Zaaknummer
C/10/517053 / HA ZA 16-1423
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in vrijwaring inzake dekking schade onder CAR-verzekering voor onderaannemer

In deze zaak vordert de onderaannemer Prefunko B.V. van de CAR-verzekeraar HDI-Gerling Verzekeringen N.V. dekking voor schade die zij in de hoofdzaak door de hoofdaannemer Boogert B.V. is aangesproken. De rechtbank Rotterdam heeft op 27 juni 2018 uitspraak gedaan in deze vrijwaringszaak. Prefunko stelt dat zij op grond van de overeenkomst met de hoofdaannemer is meeverzekerd onder de CAR-verzekering en dat deze verzekering dekking biedt voor de schade waarvoor zij in de hoofdzaak is aangesproken. De rechtbank oordeelt dat de toegang tot de CAR-verzekering beperkt is tot schade aan het aan de onderaannemer opgedragen werk en zaken die in bewerking zijn. De rechtbank concludeert dat Prefunko geen recht heeft op dekking voor de resterende schade, omdat deze al door HDI-Gerling aan Boogert is uitgekeerd. De vordering van Prefunko wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van HDI-Gerling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke contractuele afspraken over verzekeringen in de bouwsector.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/517053 / HA ZA 16-1423
Vonnis van 27 juni 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PREFUNKO B.V.,
gevestigd te Leiden,
eiseres in vrijwaring,
advocaat: mr. M. van Tuijl te Rotterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in vrijwaring,
advocaat: mr. R.S. Ariëns te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Prefunko en HDI-Gerling genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 december 2016 met producties;
  • de conclusie van antwoord in vrijwaring;
  • het proces-verbaal van de zitting gehouden op 17 april 2018 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnota’s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bouwbedrijf Boogert B.V. (hierna: Boogert) heeft op 29 april 2013 met Prefunko een overeenkomst gesloten (hierna: de overeenkomst). In de overeenkomst staat – voor zover van belang – het volgende:
Overeenkomst van onderaanneming
(…)
B. Het werk
De aannemer heeft opgedragen aan de onderaannemer, die deze opdracht heeft aanvaard, het volgende werk: Leveren, aanbrengen en maatvoeren van de heipalen en prefab funderingsbalken.
(…)
Benaming van het werk: heipalen en fundering nieuwbouw 27 woningen de [adres]
(…)
R. Verzekeringen
Ten aanzien van verzekeringen geldt het volgende:
De onderaannemer is meeverzekerd onder de CAR-polis van de aannemer.
Met terzijdestelling van hetgeen hieromtrent eventueel in het bestek of anderszins met de opdrachtgever is overeengekomen, zal de aannemer de onderaannemer uitsluitend toegang tot zijn CAR-polis verlenen voor schade aan het aan de onderaannemer opgedragen werd (of de daarvoor bestemde materialen) en voor die zaken die de onderaannemer ter uitvoering van de opgedragen werkzaamheden daadwerkelijk in bewerking heeft indien en voor zover de onderaannemer hiervoor zelf niet verzekerd is of zou zijn geweest indien deze clausule niet had bestaan.
De onderaannemer is aansprakelijk en dient de aannemer te vrijwaren voor alle schade die verband houd met de opgedragen werkzaamheden.
Het minimaal verzekerde bedragen dient te zijn € 2.500.000,- per gebeurtenis. Een kopie van deze polis dient u aan ons te verstrekken.
(…)
2.2.
Boogert heeft met HDI-Gerling een verzekeringsovereenkomst afgesloten voor een doorlopende Constructie All Risk verzekering (hierna: de CAR-verzekering). Op de CAR-verzekering zijn de BNL-BU-CAR-2013 verzekeringsvoorwaarden van toepassing. In deze voorwaarden staat – voor zover van belang – het volgende:
(…)
1.5
Medeverzekerden
1.5.1
Medeverzekerden zijn, met inachtneming van het bepaalde in art. 1.5 opdrachtgevers, onderaannemers, bouwdirecties, architecten, adviseurs en dergelijke, terzake van door de verzekerde aannemer uit te voeren werk, toekomstige eigenaren of gebruikers van de verzekerde interesten.
1.5.2
De in art. 1.5.1. genoemde medeverzekerden worden alleen geacht verzekerden te zijn wanneer dit noodzakelijk is op grond van contractuele verplichtingen van de verzekerde aannemer of na diens schriftelijke toestemming voor of na de schade. De toestemming tot toelating onder de polis kan ook in geval van reeds gevallen schade met terugwerkende kracht worden verleend.
(…)
2.3.
De woningen in Dirksland waarvoor Prefunko werkzaamheden heeft verricht zijn verzakt en Boogert stelt als gevolg hiervan schade te hebben geleden van € 2.265.290,37. HDI-Gerling heeft uit hoofde van de CAR-verzekering het gedeelte van de schade dat ziet op het eigen werk van Prefunko (€ 894.219,49) aan Boogert uitgekeerd. Boogert heeft Prefunko voor het resterende deel van de schade (€ 1.317.188,49) in rechte aangesproken (de hoofdzaak).

3.Het geschil

3.1.
Prefunko vordert om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in vrijwaring HDI-Gerling te veroordelen tot betaling van het bedrag waartoe Prefunko in de hoofdzaak jegens Boogert mocht worden veroordeeld, met veroordeling van HDI-Gerling in de kosten van de hoofdzaak en de vrijwaring inclusief nakosten en vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Prefunko legt hieraan ten grondslag dat zij op grond van de overeenkomst is meeverzekerd bij de CAR-verzekering tussen Boogert en HDI-Gerling en dat de CAR-verzekering dekking biedt voor de schade waarvoor Prefunko door Boogert is aangesproken.
3.3.
HDI-Gerling concludeert tot afwijzing van de vordering. Zij betwist dat Prefunko toegang heeft tot de CAR-verzekering; Prefunko heeft slechts toegang tot de dekking voor zover het gaat om schade aan het eigen werk en opzichtschade en deze schade heeft HDI-Gerling al aan Boogert uitbetaald. Verder betwist HDI-Gerling dat de schade onder de dekking van de CAR-verzekering valt.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat ter discussie of Prefunko op grond van de polisvoorwaarden van de CAR-verzekering en de overeenkomst tussen Prefunko en Boogert toegang heeft tot de CAR-verzekering voor andere schade dan de schade aan het eigen werk en opzichtschade.
4.2.
Om toegelaten te worden als medeverzekerde tot de CAR-verzekering moet dit op grond van artikel 1.5.2 van de polisvoorwaarden van de CAR-verzekering ‘noodzakelijk zijn op grond van contractuele verplichtingen’ of moet er schriftelijke toestemming door Boogert zijn gegeven.
4.3.
Van schriftelijke toestemming door Boogert is geen sprake. Prefunko heeft derhalve alleen toegang tot de CAR-verzekering voor zover dit noodzakelijk is op grond van contractuele verplichtingen van Boogert jegens Prefunko.
4.4.
In het eerste deel van artikel R van de overeenkomst tussen Boogert en Prefunko zijn de contractuele verplichtingen met betrekking tot de CAR-verzekering vastgelegd. Het eerste deel van dit artikel luidt als volgt:
De onderaannemer is meeverzekerd onder de CAR-polis van de aannemer.
Met terzijdestelling van hetgeen hieromtrent eventueel in het bestek of anderszins met de opdrachtgever is overeengekomen, zal de aannemer de onderaannemer uitsluitend toegang tot zijn CAR-polis verlenen voor schade aan het aan de onderaannemer opgedragen werk (of de daarvoor bestemde materialen) en voor die zaken die de onderaannemer ter uitvoering van de opgedragen werkzaamheden daadwerkelijk in bewerking heeft indien en voor zover de onderaannemer hiervoor zelf niet verzekerd is of zou zijn geweest indien deze clausule niet had bestaan.
4.5.
Prefunko en HDI-Gerling twisten over de uitleg die moet worden gegeven aan de tekst van dit artikel. Prefunko stelt dat het artikel op basis van de eerste zin volledige toegang geeft tot de dekking van de CAR-verzekering en de tweede zin een geringe beperking hierop aanbrengt. HDI-Gerling betwist deze uitleg en voert aan dat de CAR-verzekering alleen toegang geeft voor het opgedragen werk en voor zaken die de onderaannemer in bewerking heeft. HDI-Gerling gaat er met andere woorden vanuit dat de eerste zin van artikel R een algemene inleiding is en pas in de tweede zin de toegang tot de verzekering wordt omschreven. Deze uitleg is volgens HDI-Gerling ook verklaarbaar omdat schade aan het eigen werk en opzichtschade niet valt onder de standaard aansprakelijkheidspolis van de onderaannemer (AVB) en daarom moet worden meeverzekerd onder de CAR-verzekering.
4.6.
Voor beantwoording van de vraag of er toegang is tot de CAR-verzekering gaat het om welke zin in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan artikel R toegekend mag worden. De rechtbank is van oordeel dat een redelijke uitleg van het artikel is dat de toegang tot de CAR-polis beperkt is en alleen ziet op schade aan het opgedragen werk en op zaken die in bewerking zijn (tenzij de onderaannemer hiervoor verzekerd is).
4.7.
Dat het artikel zo moet worden uitgelegd blijkt ten eerste uit de formulering van het artikel zelf. De eerste zin moeten immers in samenhang met de tweede zin worden gelezen, waarbij de tweede zin de nadere uitleg van de eerste zin vormt. Verder wordt de tweede zin ingeleid met ‘met terzijdestelling van hetgeen hieromtrent eventueel in het bestek of anderszins met de opdrachtgever is overeengekomen’ en hieruit blijkt dat deze zin de kern van de bepaling vormt.
4.8.
Dat het artikel op deze manier moet worden uitgelegd blijkt bovendien uit het feit dat in het tweede deel van artikel R aan de onderaannemer de verplichting wordt opgelegd om de aannemer te vrijwaren voor verdere schade die verband houdt met de werkzaamheden en zich hier voor te verzekeren. Deze bepaling is onbegrijpelijk als artikel R zou worden uitgelegd volgens de door Prefunko gehanteerde uitleg en er dus volledige toegang tot de CAR-verzekering zou bestaan.
4.9.
Tot slot is deze uitleg ook verklaarbaar vanwege de achtergrond van de bepaling. Voor schade aan het opgedragen werk en aan zaken die in bewerking zijn gegeven is op grond van de eigen verzekering van de aannemer vaak geen dekking en hiervoor is het dus noodzakelijk om toegang te geven tot een CAR-verzekering. Voor de overige schade kan (en moet) de onderaannemer zich zelf verzekeren.
4.10.
Samenvattend wordt dus geoordeeld dat alleen toegang bestaat tot de verzekering voor het opgedragen werk en zaken die in bewerking zijn. Door Prefunko wordt niet betwist dat HDI-Gerling de hiermee samenhangende schade al heeft uitgekeerd. HDI-Gerling kan derhalve niet worden aangesproken op de resterende schade en de vordering van Prefunko zal worden afgewezen.
Proceskosten
4.11.
Prefunko zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van HDI-Gerling worden begroot op:
- betaald griffierecht € 3.894,-
- salaris advocaat
€ 7.712,-(2,0 punt × tarief VIII ad. € 3.856,-)
Totaal € 11.606,-
4.12.
De door HDI-Gerling verzochte nakosten zullen worden toegewezen zoals in het dictum is vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
- wijst de vordering af,
- veroordeelt Prefunko in de proceskosten, aan de zijde van HDI-Gerling tot op heden begroot op € 11.606,-,
- veroordeelt Prefunko in de na dit vonnis aan de zijde van HDI-Gerling ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Dooren, mr. W.J. van den Bergh en mr. B Krijnen en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2018.
2457/2304/3048