Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 januari 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties van [gedaagde 1] ;
- de conclusie van antwoord met producties van [gedaagde 2] ;
- de conclusie van antwoord in reconventie van Rabobank;
- de brief van de rechtbank van 17 mei 2017 waarbij partijen zijn opgeroepen voor de comparitie van partijen van 17 mei 2017;
- de brief van de rechtbank van 25 juli 2017 waarbij de rechtbank partijen heeft meegedeeld welke onderwerpen onder meer zullen worden besproken ter comparitie;
- de ter voorbereiding op de comparitie door [gedaagde 2] op 6 september 2017 toegezonden schriftelijke reactie;
- de akte ten behoeve van de comparitie van partijen van [gedaagde 1] ;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 20 september 2017.
2.De feiten
3.De vordering in conventie
1) de akte van verdeling van 14 september 2016 tussen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te vernietigen;
5) [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen in de beslagkosten ad € 1.281,52,
3.2.2. Het onder 3.2.1 bedoelde paulianeuze handelen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] levert op grond van artikel 3:45 BW een actio pauliana op. Bij het beslagrekest van 6 januari 2017 heeft Rabobank reeds de vernietiging van de akte van verdeling van 14 september 2016 ingeroepen.
4.Het verweer in conventie
4.2.2. Rabobank had [gedaagde 1] moeten waarschuwen voor de gevolgen van de verstrekte borgtocht. Door dat niet te doen heeft Rabobank haar zorgplicht geschonden. Het gevolg daarvan is dat haar geen beroep op de borgtocht toekomt.
5.De vordering in reconventie
6.Het verweer in reconventie
7.De beoordeling
in conventie:
€ 650.000,-, hetgeen het volledige bedrag is waarvoor [gedaagde 1] zich op grond van de overeenkomst van borgtocht van 13 juli 2011 heeft verbonden.
Niet weersproken is dat tussen partijen verschillende concepten van de borgstellingsovereenkomst zijn uitgewisseld en [gedaagde 1] wijzigingen heeft aangebracht in die concepten. Daaruit moet worden opgemaakt dat [gedaagde 1] de borgstellingsovereenkomst met de nodige aandacht heeft bekeken. Naar het oordeel van de rechtbank behoefde Rabobank in de geschetste omstandigheden [gedaagde 1] niet verdergaand te informeren of voorlichten over de gevolgen van de borgstelling dan zij hier heeft gedaan.