ECLI:NL:RBROT:2018:6142

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 mei 2018
Publicatiedatum
26 juli 2018
Zaaknummer
10/711037-17 en 10/741025-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraak en poging daartoe met gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 18 mei 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van woninginbraak en poging tot inbraak. De zaak betreft twee parketnummers: 10/711037-17 en 10/741025-18. De verdachte is op 5 december 2017 betrapt tijdens een inbraak in een woning te Spijkenisse, waar hij samen met een medeverdachte horloges en geld heeft gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de buurt van de woning werd aangetroffen met de gestolen goederen en dat er bewijs was van braak. De verdachte heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de inbraak, maar zijn verklaring werd door de rechtbank niet geloofwaardig geacht.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waaronder een schadevergoeding van €1.000,00 aan de benadeelde partij [benadeelde] en €277,27 aan supermarkt [naam supermarkt 2] Zwartewaal. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte aansprakelijk is voor de schade die door zijn daden is veroorzaakt. De uitspraak is gedaan in tegenspraak en de rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld in de proceskosten van de benadeelde partijen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummers: 10/711037-17 en 10/741025-18
Datum uitspraak: 18 mei 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. L.A.R. Newoor, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 18 januari 2018 en 4 mei 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/711037-17 primair ten laste gelegde en het onder parketnummer 10/741025-18 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van voorarrest, en oplegging van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, inhoudende een contactverbod met [naam medeverdachte] , geboren op [geboortedatum medeverdachte] te [geboorteplaats medeverdachte] .

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Beoordeling feit 10/711037-17
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben op de terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.
Op 5 december 2017, omstreeks 04.15 uur, werd een getuige, die aan de [adres getuige] te Spijkenisse woont, wakker van een harde bonk en krakend geluid. Kort daarna, omstreeks 04.55 uur, bleek dat in de woning op [adres plaats delict 1] was ingebroken en werd de verdachte met een medeverdachte in de directe omgeving van die woning, te weten in de achtertuin van [adres plaats delict 2] , aangetroffen. In zijn hand had de verdachte een aantal horloges, die later door de bewoonster van de woning werden herkend als haar eigendom. Aan de onderzijde van de schoenen van de verdachte worden diverse glassplinters aangetroffen. In diezelfde achtertuin treffen de verbalisanten drie schroevendraaiers, een paar grijze handschoenen en een plastic zak met daarin een kleine geldkist en een sieradendoos aan.
Alternatief scenario
De verdachte heeft verklaard dat hij niet in de woning heeft ingebroken, maar dat hij er pas later bij is gekomen.
Overweging
De rechtbank is van oordeel dat het alternatieve scenario van de verdachte niet aannemelijk is geworden. De verdachte heeft niet kunnen of willen verklaren waarom hij in de buurt van de woning was, hoe hij aan de goederen kwam en hoe de glassplinters in zijn schoenzolen kwamen.
4.1.2.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte samen met zijn medeverdachte heeft ingebroken in de woning aan de [adres plaats delict 1] te Spijkenisse .
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 10/711037-17 en 10/741025-18 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
10/711037-17
hij op 05 december 2017 te Spijkenisse ,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, omstreeks 4:50 uur,
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan
de [adres plaats delict 1] heeft weggenomen acht, horloges (van de merken Dolce & Gabbana en Rolex
en Omega en Guess) en een geldkistje met inhoud (5000 euro) en geld (1200 euro) en sieraden en een zonnebril, toebehorende aan [naam slachtoffer] ,
zulks nadat hij, verdachte, en zijn mededader zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf had
den verschaft en die weg te nemen goederen
onder hun bereik hadden gebracht door middel van braak;
10/741025-18
hij op 02 december 2017 te Zwartewaal, gemeente Brielle,
tezamen en in vereniging met anderen,
ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen
misdrijf om
goederen en/of geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een
ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan
supermarkt [naam supermarkt 1] ,
weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat/die
weg te nemen goed/goederen onder hun bereik te brengen door middel van
braak, naar voornoemde supermarkt is gereden en
met een voorwerp, de schuifdeuren van voornoemde
supermarkt heeft geforceerd en
meermalen tegen voornoemde schuifdeuren heeft getrapt ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
10/711037-17
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen;
10/741025-18
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft met een ander ingebroken in een woning en heeft geld en persoonlijke spullen ontvreemd. De bewoonster was op dat moment niet thuis. Het besef dat iemand haar woning is binnengedrongen, heeft het slachtoffer een onveilig gevoel gegeven. De verdachte heeft met zijn handelen op geen enkele manier rekening gehouden met de gevolgen voor anderen, maar is alleen voor zijn eigen gewin gegaan. Dat neemt de rechtbank hem kwalijk.
Daarnaast heeft hij drie dagen daarvoor met twee anderen geprobeerd in te breken in een supermarkt. Dat heeft overlast gegeven voor de eigenaren. Zij hebben de aangerichte schade moeten herstellen en moeten investeren in (verdere) beveiliging. Daarnaast voelen ook zij zich onveiliger door de poging tot inbraak. Zij wonen boven hun supermarkt en hebben de verdachte en zijn mededaders gehoord.
Blijkens een uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 april 2018 is de verdachte nog geen twee weken voor deze feiten veroordeeld voor een andere inbraak.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 26 maart 2018. Dit rapport houdt het volgende in. De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst, met als bijzondere voorwaarde onder andere een verplicht reclasseringstoezicht. De toezichthouder laat weten dat de verdachte afsprakenontrouw is. Het is onduidelijk in hoeverre hij ontvankelijk is voor hulp en ondersteuning. Hij zegt hulp te willen, maar dat blijkt niet uit zijn gedrag en houding. Een eventuele voortzetting van het reclasseringstoezicht acht de toezichthouder onwenselijk.
De verdachte heeft een negatief sociaal netwerk. Hij heeft laten weten niet te willen meewerken aan striktere controle. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat.
De reclassering adviseert een onvoorwaardelijke straf op te leggen.
7.1.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Gelet daarop ziet de rechtbank geen aanleiding om, zoals door de verdediging verzocht, het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf te beperken tot de duur van het voorarrest, en daarnaast een forse werkstraf op te leggen.
Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een contactverbod met medeverdachte [naam medeverdachte] op te leggen. Er zijn inmiddels enige maanden verstreken sinds de feiten zijn gepleegd. Volgens de verdachte heeft hij al enige tijd geen contact meer met [naam medeverdachte] .
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel

10/711037-17
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde] , ter zake van het primair ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.750,00 aan materiële schade en een vergoeding van € 585,00 aan immateriële schade.
10/741025-18
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam supermarkt 2] Zwartewaal, ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 335,50 (inclusief BTW) aan materiële schade en een vergoeding van € 1.000,00 aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
10/711037-17
De officier van justitie heeft gevorderd een bedrag van € 1.000,00 als voorschot toe te wijzen.
10/741025-18
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot toewijzing van een bedrag van € 277,27 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade. De materiële schadevergoeding is het gevorderde bedrag, exclusief BTW.
8.2.
Standpunt verdediging
10/711037-17
De raadsman heeft verzocht de vordering af te wijzen, dan wel niet-ontvankelijk te verklaren. De vordering is niet onderbouwd, en het is niet duidelijk of er iets door de verzekering of door de woningbouwvereniging is vergoed.
10/741025-18
De raadsman heeft verzocht de vordering wat betreft het immateriële deel af te wijzen, dan wel te matigen. De vordering is op dat punt niet onderbouwd.
8.3.
Beoordeling
10/711037-17
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks (materiële) schade is toegebracht, zal de vordering worden toegewezen tot een bedrag van € 500,00.
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht.
Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 500,00.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering thans ontoereikend zijn.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 5 december 2017.
10/741025-18
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding door de verdachte niet is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
Het immateriële deel van de gevorderde schadevergoeding zal niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor zover is komen vast te staan dat deze schade is geleden, dan is deze niet geleden door de benadeelde partij zelf (de supermarkt), maar door de eigenaren daarvan.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 2 december 2017.
Nu de vordering van de benadeelde partijen (deels) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
10/711037-17
De verdachte moet de benadeelde partij [benadeelde] een schadevergoeding betalen van € 1.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
10/741025-18
De verdachte moet de benadeelde partij [naam supermarkt 2] Zwartewaal een schadevergoeding betalen van € 277,27 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt ten aanzien van beide vorderingen oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden,
heft op de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte;
10/711037-17
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde] , te betalen een bedrag van
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro), bestaande uit € 500,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde] te betalen
€ 1.000,00(hoofdsom,
zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.000,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
20 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
10/741025-18
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam supermarkt 2] Zwartewaal, te betalen een bedrag van
€ 277,27 (zegge: tweehonderdzevenenzeventig euro en zevenentwintig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam supermarkt 2] Zwartewaal te betalen
€ 277,27(hoofdsom,
zegge: tweehonderdzevenenzeventig euro en zevenentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 277,27 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
5 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. L. Feraaune, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en F.J. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 mei 2018.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
10/711037-17
hij op of omstreeks 05 december 2017 te Spijkenisse ,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, omstreeks 4:50 uur,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning gelegen aan
de [adres plaats delict 1] heeft weggenomen (onder andere) acht, althans één
of meer horloges ((onder andere) van de merken Dolce & Gabbana en/of Rolex
en/of Omega en/of Guess) en/of een geldkistje of geldkluisje met inhoud (5000
euro) en/of geld (1200 euro) en/of sieraden en/of een zonnebril, geheel of ten
dele toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen
dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf had(en) verschaft en/of die weg te nemen goederen
onder zijn/hun bereik had(den) gebracht door middel van braak en/of verbreking
en/of inklimming;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 05 december 2017 te Spijkenisse , gemeente Nissewaard,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, omstreeks 4:50 uur,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het voornemen om
uit een woning gelegen aan de [adres plaats delict 1] (onder andere) acht,
althans één of meer horloges ((onder andere) van de merken Dolce & Gabbana
en/of Rolex en/of Omega en/of Guess) en/of een geldkistje of geldkluisje met
inhoud (5000 euro) en/of geld (1200 euro) en/of sieraden en/of een zonnebril,
dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde[n], te weten aan [naam slachtoffer] , weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel
van een ruit van een deur van die woning heeft verbroken en/of een keukenraam
heeft geforceerd en/of een deur van een slaapkamer heeft ontwricht en/of de
woning heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voornemen niet is voltooid;
en
10/741025-18
hij op of omstreeks 02 december 2017 te Zwartewaal, gemeente Brielle,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
goederen en/of geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan
supermarkt [naam supermarkt 1] ,
weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van
braak, verbreking en/of inklimming
naar voornoemde supermarkt is gereden en/of
met een breekijzer, althans met een voorwerp, de schuifdeuren van voornoemde
supermarkt heeft/hebben geforceerd en/of
één of meermalen tegen voornoemde schuifdeuren heeft/hebben getrapt en/of
geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.