Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 192 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
toe-eigeningdoor de verdachte. Dit oogmerk veronderstelt namelijk niet alleen het in bezit houden of bewaren van de telefoon. Volgens vaste rechtspraak kan onder omstandigheden het zich tijdelijk de heerschappij over het goed van een ander verschaffen ook ‘oogmerk van toe-eigening’ daarvan opleveren. Zowel de aangeefster als de getuige [naam getuige] verklaren dat de verdachte de telefoon pakte en hiermee wegliep. Met enige moeite heeft de aangeefster de telefoon later bij een kennis van de verdachte kunnen ophalen. Hiermee is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van een voltooide diefstal.
entegen het hoofd van die [naam slachtoffer 1] te slaan en/of te stompen waardoor die [naam slachtoffer 1] haar bewustzijn verloor, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
smeer whatsapp berichten de woorden toegevoegd:"Maak je dood kkr hoer,
komdan ik steek je overhoop";
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen
[naam benadeelde 1]zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 476,20 aan materiële schade.
[naam benadeelde 2]zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.333,50 aan materiële schade.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 162 (honderd tweeënzestig) dagen;
60 (zestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;
[naam benadeelde 2]niet-ontvankelijk in de vordering;
[naam benadeelde 2]in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt en begroot deze kosten op nihil;
[naam benadeelde 1], te betalen een bedrag van
€ 476,20 (zegge: vierhonderd zesenzeventig euro en twintig cent), bestaande uit aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 november 2015, tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 476,20(hoofdsom,
zegge: vierhonderd zesenzeventig euro en twintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 476,20vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
9 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 1]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil.