Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
4.Waardering van het bewijs
mei2017 tot en
50,1gram,
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
6 maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
- de veroordeelde zal zich onthouden van het gebruik van verdovende middelen en zal ter controle op de naleving hiervan meewerken aan bloed- of urineonderzoek;
- de veroordeelde zal zich houden aan andere aanwijzingen die hem door of namens de reclassering worden gegeven, ook indien dit inhoudt het volgen van een gedragsinterventie dan wel behandeling gericht op het gebruik van verdovende middelen, het verlenen van medewerking aan het ordenen van zijn financiële problemen, het continueren van rijlessen, het hervatten van werk dan wel beginnen met een werk- en leertraject en het vinden van zelfstandige woonruimte.
€ 2.120,- (zegge: éénentwintighonderdentwintig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;