ECLI:NL:RBROT:2018:5444

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
9 juli 2018
Zaaknummer
10/682334-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van zware mishandeling met zwaar lichamelijk letsel

In de zaak voor de Rechtbank Rotterdam, met parketnummer 10/682334-16, is op 9 mei 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van zware mishandeling. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek op de terechtzitting van 26 april 2018 en de tenlastelegging, die als bijlage aan het vonnis is gehecht, geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen. De officier van justitie, mr. M. van den Berg, had vrijspraak gevorderd, en de rechtbank heeft deze eis gevolgd. De verdachte is vrijgesproken van de beschuldigingen, die betrekking hadden op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer op 27 mei 2016 in Leerdam.

De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 1.226,68 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade vorderde, niet-ontvankelijk verklaard. Dit gebeurde omdat er aan de verdachte geen straf of maatregel werd opgelegd. De kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt ter verweer tegen de vordering zijn begroot op nihil. De rechtbank heeft in deze procedure geen inhoudelijke beslissing genomen over de gevorderde schadevergoeding.

Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Rotterdam, waarbij de voorzitter en de rechters unaniem tot de conclusie zijn gekomen dat de verdachte niet schuldig is aan de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/682334-16
Datum uitspraak: 9 mei 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. M.C.J. Fleur, advocaat te Leerdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 april 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. van den Berg heeft gevorderd:
- vrijspraak van het ten laste gelegde.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde] ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.226,68 aan materiële schade en een vergoeding van € 10.000,00 aan immateriële schade.
5.1.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal deze worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verweer tegen de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.2.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

6.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verweer tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en W.J. Loorbach, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.W.A. Sonneveld-de Raad, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 27 mei 2016 te Leerdam, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken enkel en/of een gebroken neus, heeft toegebracht door die [naam slachtoffer] (meermalen) (met kracht) in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen die
enkel te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen;
subsidiair
hij, op of omstreeks 27 mei 2016 te Leerdam, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [naam slachtoffer] (meermalen) (met kracht) in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen een enkel heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair
hij, op of omstreeks 27 mei 2016 te Leerdam, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) [naam slachtoffer] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer] (meermalen) (met kracht) in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen een
enkel te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken neus en/of een gebroken enkel, ten gevolge heeft gehad.