2.2.1Tussen Waterweg Wonen als verhuurster en [gedaagde] als huurder bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde. In de buurt waarin het gehuurde gelegen is wil Waterweg Wonen in/aan 183 appartementen, waaronder in en aan het gehuurde, zowel dringende werkzaamheden als renovatiewerkzaamheden uitvoeren. Het doel daarvan is om de bestaande gebreken aan de woningen te verhelpen en de woningen op een hoger energieprestatieniveau te brengen.
2.2.2Meer specifiek zullen de volgende werkzaamheden plaatsvinden:
- isolatie van het dak, de gevel en de kruipruimte;
- het vervangen van de huidige kozijnen en deuren voor nieuwe kunststofkozijnen van
HR++ glas;
- het vervangen van de klepramen voor vaste beglazing met ventilatieroosters;
- het demonteren en weer terugplaatsen van het balkonhek;
- het verwijderen van zonwering
- het afsluiten van portieken;
- het vervangen van de voordeur;
- het aanbrengen van een spreek- luisterverbinding;
- het aanbrengen van een nieuwe rookgasafvoer in een koker in het toilet in het gehuurde;
- het aanbrengen van mechanische ventilatie in het gehuurde;
- het aanbrengen van een cv-installatie HR++ combiketel in het gehuurde;
- het uitbreiden of vervangen van de groepen in de meterkast in het gehuurde;
- het plaatsen van zonnepanelen in het gehuurde;
- asbestsanering in het gehuurde;
- vervanging van kozijnen in het gehuurde.
2.2.3Waterweg Wonen voert naar aanleiding van deze werkzaamheden een basis huurverhoging door van € 12,00 per maand en een huurverhoging van € 23,50 per maand, omdat er een nieuwe cv-installatie zal worden geplaatst. De huurverhoging is berekend met inachtneming van artikel 7:255 BW en het ‘Beleidsboek huurverhoging na woningverbetering’ van de huurcommissie. De huurders krijgen voor de duur van de werkzaamheden in hun woning een ongeriefsvergoeding van € 13,15 per dag en voor de duur van de werkzaamheden in het gehuurde hoeft de betreffende huurder de kale huur niet te voldoen.
2.2.4Inmiddels is meer dan 70% van de huurders akkoord met het voorstel tot het uitvoeren van de werkzaamheden en de daarbij horende huurverhoging, zodat dat voorstel vermoed wordt redelijk te zijn op grond van artikel 7:220 lid 3 BW.
2.2.5Hoewel zij daartoe is verzocht door Waterweg Wonen, heeft [gedaagde] tot 15 juni 2018 niet kenbaar gemaakt aan Waterweg Wonen dat zij medewerking zal verlenen. Op 15 juni 2018 hebben [gedaagde] en haar zoon tijdens een telefonisch gesprek met Waterweg Wonen medegedeeld dat [gedaagde] haar medewerking aan de werkzaamheden zal verlenen, maar Waterweg Wonen is er niet zeker van dat [gedaagde] daadwerkelijk medewerking zal verlenen. De werkzaamheden in het complex waar het gehuurde gelegen is dienen vanaf 9 juli 2018 te worden uitgevoerd. Indien [gedaagde] niet meewerkt aan de uitvoering van de werkzaamheden, leidt dit tot vertraging van het gehele project met aanzienlijke meerkosten voor Waterweg Wonen.