ECLI:NL:RBROT:2018:5347
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke ontruiming wegens renovatiewerkzaamheden en machtiging tot binnentreden
In deze zaak heeft de stichting Woonstad Rotterdam een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft een tijdelijke ontruiming van de huurwoning van de gedaagde wegens noodzakelijke renovatiewerkzaamheden aan de woning. Woonstad heeft op 26 april 2018 een dagvaarding uitgebracht, waarin zij verzoekt om machtiging tot het uitvoeren van de werkzaamheden en om de gedaagde te veroordelen tot medewerking aan deze werkzaamheden. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 mei 2018, waarbij Woonstad werd vertegenwoordigd door een projectmedewerker en haar gemachtigde, mr. R. van der Hoeff. De gedaagde is niet verschenen, waardoor verstek werd verleend.
Woonstad heeft gesteld dat er een huurovereenkomst bestaat sinds 1 augustus 1996 en dat de gedaagde heeft geweigerd medewerking te verlenen aan de renovatiewerkzaamheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Woonstad een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening, aangezien de renovatiewerkzaamheden op 14 mei 2018 moeten beginnen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van Woonstad niet ongegrond of onrechtmatig zijn en heeft de vordering tot tijdelijke ontruiming toegewezen, met uitzondering van de machtiging tot binnentreden, die werd afgewezen omdat er geen wettelijke grondslag voor is.
De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is gewezen door mr. M. Verkerk en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 9 mei 2018.