In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 1 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap F. Tullemans B.V. (hierna: Tullemans) en de besloten vennootschap Alpha Barging Rotterdam B.V. (hierna: Alpha). Tullemans vorderde betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 24.563,72, vermeerderd met rente en kosten, als gevolg van niet-tijdige betaling door Alpha voor geleverde gasolie. Alpha voerde aan dat zij de betaling had opgeschort omdat Tullemans onjuiste facturen had verstrekt, waardoor zij geen btw-teruggave kon aanvragen bij de Oostenrijkse belastingdienst. De kantonrechter oordeelde dat Tullemans niet had aangetoond dat haar algemene voorwaarden van toepassing waren, en dat Alpha terecht de betaling had opgeschort. De vordering van Tullemans werd afgewezen.
In reconventie vorderde Alpha schadevergoeding van Tullemans voor de kosten die zij had gemaakt als gevolg van de gebrekkige facturen. De kantonrechter oordeelde dat Tullemans in verzuim was en dat Alpha recht had op schadevergoeding. De kantonrechter wees een bedrag van € 5.218,23 toe aan Alpha, alsook € 957,58 voor buitengerechtelijke kosten. Tullemans werd veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij grotendeels in het ongelijk was gesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om zorgvuldigheid te betrachten bij het opstellen en verstrekken van facturen, vooral in het kader van btw-teruggave aanvragen.