Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 26 september 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 12 december 2017 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte houdende nadere producties van de gemeente;
- het proces-verbaal van de op 9 maart 2018 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
3.De geschil in conventie
4.het geschil in reconventie
5.De beoordeling
B.V.is gesloten terwijl de eerste huurovereenkomst met Esso Nederland
N.V.is gesloten. Uit de door de gemeente overgelegde correspondentie (productie 3 bij dagvaarding) blijkt voldoende dat sprake is van dezelfde contractspartij, omdat deze correspondentie uit 1974 over het gehuurde afkomstig is van Esso Nederland
B.V.Met de tweede huurovereenkomst is derhalve geen nieuwe, op zichzelf staande huurovereenkomst ontstaan.
6.De beslissing
- € 97,31 aan verschotten (dagvaardingskosten);
- € 300,- aan salaris voor de gemachtigde;
- beide bedragen vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;