ECLI:NL:RBROT:2018:5314

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juli 2018
Publicatiedatum
3 juli 2018
Zaaknummer
KTN-6464917_13072018
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst auto wegens onjuiste kilometerstand en non-conformiteit

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 13 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde over de ontbinding van een koopovereenkomst van een auto. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde J.P.M.M. Heijkant, had op 11 maart 2017 een Chrysler Pacifica gekocht van de gedaagde, die de auto als bedrijfsauto gebruikte. De overeenkomst ging uit van een kilometerstand van 206.000 kilometer, maar na aankoop bleek de werkelijke kilometerstand 333.566 kilometer te zijn. De eiser vorderde ontbinding van de koopovereenkomst, terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding wegens non-conformiteit, aangezien de auto niet voldeed aan de verwachtingen die op basis van de overeenkomst mochten worden gesteld.

De kantonrechter oordeelde dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst, omdat de kilometerstand niet klopte en de auto niet geschikt was voor het gebruik als bedrijfsauto met een grijs kenteken. De rechter wees de vorderingen van de eiser toe, ontbond de koopovereenkomst en veroordeelde de gedaagde tot terugbetaling van de koopsom van € 5.500,00, alsmede tot betaling van € 139,00 per maand voor de motorrijtuigenbelasting tot de registratie van de auto op naam van de gedaagde. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verkopers bij het verstrekken van informatie over de staat van een voertuig en de gevolgen van het niet nakomen van de overeenkomst.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 6464917 CV EXPL 17-39255
uitspraak: 13 juli 2018
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser],
woonplaats [plaatsnaam],
eiser,
gemachtigde: J.P.M.M. Heijkant,
tegen
[gedaagde] h.o.d.n. [handelsnaam],
woonplaats [plaatsnaam],
gedaagde,
in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “[eiser]” en “[gedaagde]”.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 17 oktober 2017, met producties;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde];
  • de op schrift gestelde conclusie van antwoord van [gedaagde], met producties;
  • het vonnis d.d. 16 januari 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
  • het proces-verbaal van de op 20 februari 2018 gehouden comparitie van partijen
1.2
De datum van de uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
Op grond van een tussen partijen gesloten koopovereenkomst heeft [eiser] omstreeks 11 maart 2017 van [gedaagde] gekocht de auto van het merk Chrysler, type Pacifica, bouwjaar 2006, met kenteken [kentekennummer] (dat is een zogenoemd grijs kenteken), waarbij is uitgegaan van een kilometerstand van 206.000 kilometer. Onderdeel van de koopovereenkomst is geweest dat [gedaagde] een aantal onderdelen van de auto zou vervangen. Bij de koop heeft [eiser] zijn oude auto, een Chevrolet Chevy Van Globemaster uit 1995, kunnen inruilen. [gedaagde] was bereid er € 1.100,00 voor te betalen. [eiser] heeft € 4.400,00 betaald, plus zijn Chevrolet aan [gedaagde] overgedragen.
2.2
Na een week of vijf was de auto klaar om te worden opgehaald. Dat is gebeurd. Het kenteken is op naam van [eiser] gezet.
2.3
Kort nadien heeft [eiser] mankementen aan de auto geconstateerd. Hij heeft hierover contact opgenomen met [gedaagde], die niet bereid was iets te vervangen of te herstellen aan de auto.
2.4
[eiser] heeft de auto ter inspectie gebracht naar een autobedrijf. Daarbij is naast een aantal items die dringend aandacht vereisten, geconstateerd dat de kilometerstand 333.566 kilometer bedroeg. De reparatiekosten zijn begroot op € 2.800,00.
2.5
Kort nadien heeft [eiser] opnieuw contact opgenomen met [gedaagde], die wederom niet bereid was om gebreken aan de auto te herstellen.
2.6
Bij brief van de belastingdienst van 25 april 2017 is [eiser] meegedeeld dat de auto niet voldoet aan de (inrichtings)eisen die worden gesteld aan een bestelauto voor toepassing van het lagere bestelautotarief.

3.De standpunten van partijen

3.1
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
de onder 2.1 vermelde koopovereenkomst te ontbinden;
[gedaagde] te veroordelen tot medewerking aan registratie op zijn naam van het kenteken [kentekennummer] van de Chrysler Pacifica;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 5.500,00 althans een door de kantonrechter te betalen bedrag;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 571,49 althans een door de kantonrechter te betalen bedrag aan schadevergoeding, alsmede € 139,00 per maand tot het moment waarop de auto is geregistreerd op naam van [gedaagde];
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van buitengerechtelijke incassokosten te berekenen op basis van het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente over de onder c, d, en e, genoemde bedragen vanaf 11 maart 2017, althans vanaf een door de kantonrechter te bepalen datum, tot aan de dag van algehele voldoening;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de proceskosten waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis heeft betaald.
3.2
Aan zijn vordering legt [eiser] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat er sprake is van een consumentenkoop en van non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De auto die hij heeft gekocht van [gedaagde] bezit niet de eigenschappen die hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De auto heeft ernstige gebreken, die [gedaagde] niet kan of wil herstellen. De kilometerstand die [gedaagde] ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst heeft opgegeven, blijkt niet te kloppen. Daarnaast is de auto afgekeurd voor het rijden met een grijs kenteken, en niet geschikt om te rijden met een geel kenteken, althans het kost veel geld om de auto daarvoor geschikt te maken. Hierdoor kan met de auto thans niet worden deelgenomen aan het verkeer. Daarom vordert [eiser] ontbinding van de koopovereenkomst, met terugbetaling van € 4.400,00. Omdat de auto die hij bij de koop heeft ingeruild inmiddels is doorverkocht door [gedaagde], vordert [eiser] tevens terugbetaling van de inruilprijs van € 1.100,00. Daarnaast vordert [eiser] schadevergoeding in verband met gemaakte expertisekosten en het hogere bedrag aan motorrijtuigenbelasting dat hij moet betalen nu er geen sprake is van een grijs kenteken, en voorts buitengerechtelijke incassokosten.
3.3
[gedaagde] betwist de vordering en voert daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - aan dat hij geen autoverkoper is. De onder 2.1 vermelde auto betrof zijn eigen auto. Hij gebruikte de auto als bedrijfsauto met een grijs kenteken. Dat de auto mankementen had, was [eiser] bekend. Overeengekomen is dat hij, [gedaagde], de mankementen zou herstellen. Dat is ook gebeurd. Hij wist niet dat de tellerstand van 206.000 geen kilometers, maar mijlen betrof. De Chevrolet die door [eiser] werd ingeruild bleek in zeer slechte staat te verkeren en hij heeft deze tegen sloopwaarde van
€ 400,00 van de hand gedaan, aldus [gedaagde].
3.4
De stellingen van partijen worden voor zover nodig in het kader van de beoordeling van de vorderingen nader besproken.

4.De beoordeling

4.1
De onder 2.1 vermelde overeenkomst wordt gekwalificeerd als een gewone koopovereenkomst met betrekking tot een roerende zaak, niet als een consumentenkoop. Daartoe is redengevend dat [eiser] de koop is aangegaan voor zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit. De koop betreft namelijk een bedrijfsauto en ter zitting heeft [eiser] zich erover beklaagd dat hij de auto niet bedrijfsmatig kan gebruiken, omdat de auto niet geschikt is voor een grijs kenteken, wat daar verder van zij blijkt hieruit dat de koop niet een consumentenkoop is in de zin van artikel 7:5 lid 1 BW.
4.2
Vast staat dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst. De auto is namelijk verkocht als een auto met 206.000 kilometer op de teller. Dat [gedaagde] zelf ook niet wist dat het mijlen in plaats van kilometers betroffen, doet - wat je hier verder nog van kunt vinden - er niet aan af dat [eiser] is uitgegaan van voormelde kilometerstand en niet heeft geweten van de kilometerstand van 333.566 kilometer. Daarvan is hij pas later op de hoogte geraakt. Daarnaast is de auto verkocht als een bedrijfsauto met een grijs kenteken, terwijl [eiser] later heeft moeten vernemen dat de auto daarvoor niet geschikt is. Ten aanzien van twee belangrijke eigenschappen van de auto, waarvan [gedaagde] ten tijde van de koop heeft moeten weten (t.a.v. de kilometerstand) en wist (t.a.v. de wens een bedrijfsauto met grijs kenteken te kopen) dat die van belang waren voor [eiser], heeft [eiser] dus achteraf moeten constateren dat hieraan niet voldaan wordt. Daarom beantwoordt de auto niet aan de overeenkomst.
4.3
Ter zitting heeft [gedaagde] aangeboden om alsnog ervoor zorg te dragen dat de auto van een grijs kenteken wordt voorzien, maar dat heeft niet geleid tot een minnelijke regeling, althans partijen hebben hierover niet bericht.
4.4
Voormeld aanbod laat onverlet dat de koopovereenkomst ziet op de auto met 206.000 kilometer op de teller en dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van die overeenkomst door, naar achteraf is gebleken, die auto te leveren met 333.566 kilometer op de teller. Voor zover [gedaagde] bedoelt aan te voeren dat deze tekortkoming hem niet kan worden toegerekend, wordt hij niet gevolgd, want krachtens in het verkeer geldende opvattingen komt voormelde onbekendheid met de (oorzaak van de) werkelijke kilometerstand in beginsel voor rekening van de verkoper. In dit geval is dat niet anders want [gedaagde] had meer gelegenheid om bekend te zijn met de werkelijke kilometerstand dan [eiser].
4.5
Over het algemeen geldt dat een hogere kilometerstand afdoet aan de betrouwbaarheid en de te verwachten levensduur van een auto. De kilometerstand is (dan) ook van invloed op de prijs. Temeer geldt dat in dit geval waarin het verschil aan kilometers aanzienlijk is. Herstel hiervan is niet mogelijk, althans zal er niet toe kunnen leiden dat de auto alsnog beantwoordt aan de overeenkomst. Het brengen van de (slijtage aan de) auto in de toestand zoals deze verwacht mag worden bij de overeengekomen lagere tellerstand lijkt namelijk niet reëel en zal niet in voldoende mate afdoen aan het verlies in vertrouwen in de auto dat is ontstaan. [eiser] heeft geen vervanging geëist, maar dat kan in redelijkheid ook niet van hem gevergd worden, omdat een koper van een auto onder de gegeven omstandigheden er geen vertrouwen in hoeft te hebben dat hem dan een goed alternatief wordt geboden, ook als er geen grond is voor het oordeel dat de kilometerstand is gemanipuleerd.
4.6
Kortom, voormeld verschil in kilometerstand betreft niet een tekortkoming van bijzondere aard of geringe betekenis, maar rechtvaardigt ontbinding van de koopovereenkomst. Het gevorderde onder a. wordt dus toegewezen.
4.7
Ontbinding van de koopovereenkomst heeft geen terugwerkende kracht, maar er ontstaan daardoor voor partijen wel verbintenissen tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties. Dat betekent in dit geval het volgende.
4.7.1
[eiser] dient de auto terug te leveren aan [gedaagde], die hieraan zijn medewerking dient te verlenen. Met het oog hierop wordt het gevorderde onder b. toegewezen.
4.7.2
[gedaagde] dient de koopsom van € 5.500,00 terug te betalen aan [eiser]. Dat is dus het bedrag van € 4.400,00 dat [eiser] bij de aankoop heeft betaald, plus € 1.100,00 als waarde van de Chevrolet, zoals tussen partijen afgesproken en gehanteerd bij het sluiten van de koopovereenkomst. Het is misschien zo dat, zoals [gedaagde] aanvoert, die waarde achteraf bezien te hoog is geweest, maar dat risico heeft hij genomen door de waarde te bepalen aan de hand van afbeeldingen van de Chevrolet op foto’s, zonder deze in het echt te zien. Op de dag van de overschrijving, toen de ruil gerealiseerd werd, is [gedaagde] niet terug willen komen op de afspraak. Dat hij de Chevrolet naar eigen zeggen voor slechts € 400,00 heeft verkocht, blijft dus voor zijn rekening. Het gevorderde onder c. wordt daarom eveneens toegewezen.
4.7.3
Naast het vorenstaande wordt tevens vergoeding van expertisekosten alsmede vergoeding van meerkosten aan motorrijtuigenbelasting gevorderd. Hetgeen hierover in het petitum van de dagvaarding onder d. is vermeld, strookt echter niet met het gestelde op dit punt in het lichaam van de dagvaarding onder 13. In het petitum wordt € 571,49 gevorderd plus € 139,00 per maand totdat de auto op naam van [gedaagde] is geregistreerd. In het lichaam van de dagvaarding wordt € 144,49 aan expertisekosten genoemd en € 142,00 per maand als het verschil tussen het tarief aan motorrijtuigenbelasting voor personenauto’s dat [eiser] thans moet betalen en het tarief voor bedrijfsauto’s met een grijs kenteken.
Het in het petitum genoemde bedrag van € 571,49 kan gesplitst worden in € 144,49 aan expertisekosten en € 427,00 aan voormelde meerkosten motorrijtuigenbelasting, maar hoe laatstgenoemd bedrag tot stand is gekomen, blijft onduidelijk.
Wel duidelijk is dat [eiser] naast voormelde expertisekosten van € 144,49 tevens betaling vordert van de meerkosten aan motorrijtuigenbelasting over de maanden dat hij kentekenhouder van de auto is, dus vanaf april 2017, tot het moment waarop de auto geregistreerd zal zijn op naam van [gedaagde]. Bij de verdere beoordeling zal hiervan worden uitgegaan, waarbij ten aanzien van voormelde meerkosten het bedrag van € 139,00 zal worden gehanteerd. De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt.
Het bepaalde in artikel 6:275 BW gelezen in samenhang met artikel 3:120 lid 2 BW biedt grondslag voor veroordeling tot vergoeding van ten behoeve van het goed gemaakte kosten.
Dit biedt dan ook grondslag voor de gevorderde meerkosten aan motorrijtuigenbelasting. Immers [eiser] heeft die kosten ten behoeve van de auto gemaakt. Hiertegen is geen verweer gevoerd en ook niet tegen de hoogte van het maandbedrag. Dit deel van het onder d. gevorderde zal daarom worden toegewezen.
Voormelde artikelen bieden echter geen grondslag voor toewijzing van de expertisekosten, want die zijn niet ten behoeve van de auto gemaakt. Ook wordt geen andere grondslag hiervoor gezien. In dit verband wordt overwogen dat het laten verrichten van een autokeuring / expertiseonderzoek naar de technische staat van de auto een keuze van [eiser] is geweest, zodat de kosten daarvan in beginsel voor zijn rekening blijven. Het gestelde biedt geen grond om hierover in dit geval anders te oordelen. Dit deel van het onder d. gevorderde wordt dus afgewezen.
4.8
De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden afgewezen, nu niet is gebleken dat [eiser] werkzaamheden heeft verricht die méér hebben omvat dan enige sommaties en de gebruikelijke voorbereiding van de procedure.
4.9
De bedragen tot betaling waarvan [gedaagde] wordt veroordeeld, zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente op de wijze als hieronder vermeld, vanaf heden.
4.1
Als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] verwezen in de kosten van het geding. De nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten. Een en ander met rente.

5.De beslissing

De kantonrechter:
ontbindt de onder 2.1 vermelde koopovereenkomst;
veroordeelt [gedaagde] tot het verlenen van medewerking aan de registratie op zijn naam van het kenteken [kentekennummer] van de Chrysler Pacifica;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 5.500,00 tegen kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf heden tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 139,00 per maand, tegen kwijting, vanaf april 2017 tot het moment waarop het kenteken van genoemde auto geregistreerd zal zijn op naam van [gedaagde], te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over het saldo dat telkens, na elke credit- en debetmutatie, uitstaat, vanaf heden tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiser] vastgesteld op:
  • € 329,84 aan verschotten (griffierecht, explootkosten en informatiekosten);
  • € 500,00 aan salaris voor de gemachtigde;
  • beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
en indien [gedaagde] niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op:
 € 205,00 € 205,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,- aan betekeningskosten onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Vlaswinkel en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465