ECLI:NL:RBROT:2018:5236
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boetes opgelegd door De Nederlandsche Bank N.V. aan een betaaldienstverlener wegens overtredingen van de Wwft en Bpr
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een betaaldienstverlener, aangeduid als [eiseres], en De Nederlandsche Bank N.V. (DNB). DNB had aan [eiseres] bestuurlijke boetes opgelegd wegens meerdere overtredingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr). De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiseres] niet beschikte over een onafhankelijke compliancefunctie en geen schriftelijk vastgelegd risicoprofiel had, wat leidde tot de conclusie dat de opgelegde boetes terecht waren. De rechtbank heeft het beroep van [eiseres] ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de opgelegde boetes proportioneel waren en dat DNB bevoegd was om handhavend op te treden. De rechtbank benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor naleving van de wet- en regelgeving bij [eiseres] zelf lag, ongeacht de vergunningverlening door DNB. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de hoogte van de boetes in verhouding stond tot de ernst van de overtredingen en dat er geen aanleiding was voor matiging.