Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
1.Het verloop van de procedure
- de afzonderlijke exploten van dagvaarding van 22 en 25 januari 2018, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord tevens houdende vordering in reconventie van [gedaagde 1], met producties;
- het tussenvonnis van 14 maart 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief met bijlage van 5 april 2018 van de gemachtigde van [gedaagde 1];
- het faxbericht met bijlage van 6 april 2018 van de gemachtigde van Woonstad;
- het proces-verbaal van de op 13 april 2018 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 1.805,56 bedraagt. Gelet hierop zal [gedaagde 2] worden veroordeeld tot betaling van € 1.805,56 aan huurachterstand tot en met april 2018 en tot betaling van de vanaf mei 2018 vervallen huurtermijnen.